Tekst Marjan van Wijngaarden Beeld Shutterstock
Nederland moet denken in scenario’s en langetermijngevolgen
‘Waterveiligheid is nooit vanzelfsprekend’
Er wordt hard gewerkt en nagedacht en geschreven over waterveiligheid. De Commissie Waterkeringen (CWK) van de Unie van Waterschappen besloot om alles wat met dat onderwerp te maken heeft in één document vast te leggen. En daarbij ook vooruit te kijken: tot 2050. Jeroen Haan is bestuurslid van de Unie en heeft het onderwerp waterveiligheid in zijn portefeuille. Ook is hij dijkgraaf van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Een belangrijke vraag is waarom er eigenlijk zo’n manifest moest komen. Haan: ‘Als waterschappen hebben we een gezamenlijk beeld nodig.’
‘Waterschappen zijn het eens over dijkversterking: dat moet gewoon gebeuren,’ zegt Haan. ‘Maar hoe actief zijn we bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid? En in hoeverre verbinden we dijkversterking met andere kansen voor een dijk, zoals recreatie?’ Met het manifest laten de waterschappen ook zien wat hen bindt. ‘Hoe duidelijker je met een gezamenlijk standpunt komt, hoe beter en effectiever je andere partijen kunt betrekken.’ Een aantal leden van de Commissie Waterkeringen ging aan de slag met het schrijven van het manifest. Haan: ‘Daar was trouwens wel discussie over: schrijven we nu een visie of een manifest? Het is een manifest geworden, omdat het ook een kritische blik vooruit is. De waterschappen zijn niet verantwoordelijk voor de ruimte in Nederland, maar we hebben wel een mening.’
In de inleiding van het manifest schrijft Haan dat het geen blauwdruk is. Maar waarom eigenlijk niet? Haan: ‘De wereld verandert ontzettend snel. Er wordt nu bijvoorbeeld veel gesproken en nagedacht over de inrichting van het landelijk en het stedelijk gebied. Op bepaalde plekken kan discussie ontstaan: moeten we deze dijk versterken, of kunnen we de rivier beter anders laten lopen? Er is dus sprake van een enorme dynamiek. Dat maakt dat je in het manifest niet alles vast kunt leggen. Het is een levend document.’
‘Individuele inwoners denken niet zo na over waterveiligheid’
Lagenbenadering Het manifest bestaat uit drie hoofdlijnen (zie kader). In de eerste hoofdlijn staat dat de waterschappen meerlaagsveiligheid toepassen. De waterschappen werken er hard aan om overstromingen zo veel mogelijk te voorkomen (laag 1). Maar ze kunnen niet in hun eentje voor waterveiligheid zorgen. Een goede ruimtelijke inrichting is ook belangrijk (laag 2). De derde laag is de rampenbestrijding. Ondanks alle inspanningen van de waterschappen is er altijd een kleine kans dat het misgaat. Een goede voorbereiding kan de gevolgen verkleinen. ‘Ik vind die lagenbenadering een mooie kapstok,’ zegt Haan. ‘Ik vind het hierbij belangrijk dat we steeds vanuit het perspectief van de inwoners denken. Iedereen snapt dat we rivierdijken nodig hebben, maar het raakt mensen wel in hun leefomgeving. Het moet niet zo zijn dat de waterschappen met een rol tekeningen de dijk opwandelen om ‘m te versterken. Nee, we moeten rekening houden met de wensen en ideeën van de inwoners en met ze in gesprek.’
Samenspraak Maar ook bijvoorbeeld met de gemeente. Haan: ‘Bijna alle inwoners willen wel een fietspad over de dijk. En daar gaat de gemeente over. Het is belangrijk dat de besturen van de waterschappen zich realiseren hoe belangrijk samenspraak en samenwerking met deze partijen is.’ Een van de pijlers uit het manifest is het ‘versterken-versterken-versterken’ van de 17.000 waterkeringen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De noodzaak daarvan wordt breed gedeeld. Toch ziet Haan wel een knelpunt: ‘Je merkt dat de individuele inwoner niet zo nadenkt over waterveiligheid. Het is een vanzelfsprekendheid dat we in Nederland droge voeten houden.’ Maar waterveiligheid is nooit vanzelfsprekend. ‘Dat is een zeer belangrijke boodschap,’ zegt Haan. ‘Die urgentie moeten we blijven uitdragen. We moeten mensen tot bewustwording en actie oproepen. Kijk bijvoorbeeld naar de bijna miljoen woningen die gebouwd gaan worden. Bouwen in de uiterwaarden wordt zo links en rechts toch weer overwogen.’ Haan wil graag dat mensen ook zelf meer nadenken over de risico’s van water. ‘Daarom moeten we ze handelingsperspectief bieden: wat kunnen ze doen als ze met heftige buien te maken krijgen? Of met een overstroming? Urgentie en noodzaak moeten duidelijk zijn.’
De drie hoofdlijnen van het manifest over waterveiligheid De beste dijk voor iedereen:
- Wij anticiperen op een veranderend klimaat.
- Wij zorgen voor een toekomstbestendige delta.
- Wij kijken breder dan de dijk.
Vooruitkijken In het manifest staat dat we 50 tot 100 jaar vooruit moeten kijken om ons steeds aan de veranderende omstandigheden aan te passen. Dat klinkt als een uitdaging. Op lange termijn denken is moeilijk. Haan: ‘Dat is inderdaad het meest ingewikkelde vraagstuk. Eén ding is zeker: de zeespiegel stijgt. De mate waarin is nog onzeker, maar het gaat steeds sneller. We moeten er bij de inrichting van Nederland rekening mee houden. Als we nu woningen bouwen, waar doen we dat dan? Dat we straks niet denken: hadden we ze maar ergens anders neergezet. Het is niet aantrekkelijk om over zulke dingen na te denken, maar het moet. We moeten steeds meer denken in scenario’s en langetermijngevolgen.’ Gelukkig hoeven de waterschappen het niet alleen te doen. In het manifest wordt het belang benadrukt van samenwerken met andere overheden en met marktpartijen op het gebied van waterveiligheid. Haan: ‘Die samenwerking is cruciaal voor waterveiligheid. Als water niet de ruimte krijgt, dan neemt het de ruimte. Dat is één van mijn favoriete tegeltjeswijsheden. Daarom hebben we iedereen nodig.’