Tekst Jelle van der Meulen Beeld Rotterdamse Dakendagen

Groen beton en dakendagen

Grote steden maken vuist tegen klimaat­verandering

Klimaatverandering heeft niet alleen impact op de natuur, ook het leven in steden verandert er ingrijpend door. Zoals in dichtbevolkte en versteende steden als Amsterdam en Rotterdam. ‘We moeten de grote vraagstukken oppakken, maar ieder individu kan ook zelf wat doen. Elke druppel telt.’

De afgelopen jaren zagen we steeds vaker extremer weer optreden, van droge periodes tot piekbuien. Met die extremen is het een hele uitdaging om voldoende water in de stad te borgen, zegt Jurgen Bals, gebiedsmanager bij het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. ‘Zeker in een sterk versteende binnenstad.’ Het hoogheemraadschap is nauw betrokken bij het creëren van ruimte in de stad om overtollig regenwater op te vangen, waarmee overlast voorkomen wordt en een buffer wordt aangelegd voor droge periodes. Zo komt op het dak van theater- en congresgebouw De Doelen een multifunctioneel “groenblauw” dak, met een groot waterbassin en veel beplanting. ‘Je wilt eigenlijk dat elk stukje van de stad het water goed kan opvangen en het liefst kan hergebruiken, zoals we bij De Doelen voor ogen hebben.’

Rotterdamse Daken Léon van Geest, directeur van de non-profitorganisatie Rotterdamse Dakendagen, is ervan overtuigd dat steden betere plekken worden op het moment dat we daken beter gaan benutten. De opties zijn legio: groene daken herbergen natuur, gele daken wekken energie op, blauwe daken vangen water op, rode daken zijn sociale daken, op paarse daken kun je wonen en oranje daken staan voor mobiliteit. Daken waarop verschillende functies worden verbonden zijn meerkleurig. ‘We gebruiken slechts 3 procent van de platte daken in Rotterdam,’ vertelt Van Geest. ‘Maar er ligt achttien en een halve vierkante kilometer aan platte daken, zo’n achttien Kralingse Plassen! Al die ruimte die maar op de stad niks ligt te doen, daar moeten we iets mee.’ Rotterdamse Dakendagen wil op een creatieve manier laten zien wat er mogelijk is op de Rotterdamse daken. ‘Rapporten schrijven kunnen we allemaal. Wij willen iets doen en het laten zien. Het is geen wondermiddel en ook geen vervanging van de begane grond: daar moet je eerst je zaakjes goed regelen. Maar laten we de daken meenemen, om de wereld leuker en leefbaarder te maken.’

Aantrekkelijker Klimaatadaptatie is één pijler, een andere is duurzaamheid, legt Bals uit. Het hoogheemraadschap en Rotterdam investeren in duurzame energie, leggen zonneparken aan en zorgen dat gemalen, zuiveringen en kantoren zuiniger functioneren. ‘We moeten met volle kracht vooruit,’ zegt Bals. ‘Klimaatverandering zet flink door, dat moeten met z’n allen tegengaan door goede maatregelen te nemen. Aan de andere kant verandert de wereld in hoog tempo: energie en bouwmaterialen zijn stukken duurder dan voorheen. Daar moet je ook rekening mee houden, maar hopelijk lukt het om de snelheid erin te houden. Hoe beter we ons aanpassen, hoe aantrekkelijker de stad is om in te wonen.’

‘Het is niet langer een kwestie van willen maar van moeten’

Vooruit besturen Net als Rotterdam is Amsterdam een grijze stad, die ‘van gevel tot gevel dicht is betegeld en bestraat,’ zegt Peter Smit, dagelijks bestuurder bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht. ‘Dat is met extreem weer niet echt de meest ideale uitgangspositie.’ In Amsterdam en omgeving liggen grote watervraagstukken zoals de afwatering van het IJ en het Amsterdam-Rijnkanaal en de infrastructuur van de grachten. ‘Waterschap, Waternet en gemeente werken goed en intensief samen om deze problemen het hoofd te bieden,’ meent Smit. ‘Alle partijen moeten zorgen dat ze vooral vooruit besturen, voorbij de eigen bestuursperiode. Neem je daarin je verantwoordelijkheid als bestuurder, dan zorg je dat ook de kinderen van onze kinderen nog prettig kunnen leven in de stad.’

‘Laten we de daken meenemen, om de wereld leuker en leefbaarder te maken’

Grote vuist Smit benadrukt met klem dat adaptatie en het voorkomen van verdere opwarming van de aarde net zo goed de verantwoordelijkheid is van de individuele inwoner. ‘We kunnen als bestuurders tamboereren voor alles en iedereen, maar je hoort ook wel: wat kan ik er nou aan doen? Nou, elke druppel telt. Alles wat je in een geveltuintje opvangt, ieder stukje betegeling of de juiste afkoppeling van je regenpijp. Alle beetjes maken samen een grote vuist, dat is de wet van de grote getallen. Het is te urgent om het door te schuiven naar de toekomst. Het is niet langer een kwestie van willen, het is een kwestie van moeten.’

Verticaal mos Met zijn bedrijf Respyre ontwikkelde Auke Bleij beton waar mos op kan groeien. ‘Veel van het huidige beton is van slechte kwaliteit,’ legt Bleij uit. ‘Dat beton is in staat heel veel water op te vangen, maar heeft staal als wapening. Komt daar water bij, dan krijg je betonrot. Met een vrij complex recept maken we dat beton sterker.’ Hij lacht: ‘We maken slecht beton op een goede manier.’ Mos is namelijk in staat om fijnstof af te breken. Andere planten, zoals klimop, vangen fijnstof weliswaar af, maar brengen het ook terug in de natuur zodra de planten verdwijnen. De eerste proeven op het Marineterrein in Amsterdam verlopen voorspoedig, vertelt Bleij. ‘Het lukt daar om een bestaand gebouw te vergroenen. De proef bewijst dat we verticaal mos kunnen laten groeien. Zo kan al dat onnuttige grijs dus nuttig groen worden. Elke blinde gevel, elk verwaarloosd schuurtje of muurtje kan zo de lucht filteren en bijdragen aan het herstellen van de biodiversiteit.’ Bleij zegt verontrust te zijn door de toekomst die we tegemoetgaan, maar is uitgesproken voorstander van de vrije markt. ‘Ik merk dat het zo goed werkt: de rijksoverheid legt wetten en regels op, waar wij als ondernemers creatief mee om kunnen gaan. Van bovenaf sturen, maar de markt z’n gang laten gaan, dat is de goede wisselwerking.’

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel