Tekst Marc Notebomer Beeld Dimitry de Bruin

Een zee van ruimte

Klimaatadaptief bouwen op waterkeringen

Waterschap Scheldestromen verstrekt binnenkort een tweede watervergunning voor de nieuwbouw van twee hotels in de waterkeringszone. Beide gebouwen worden op voorschrift en met technische inbreng van het waterschap klimaatbestendig gerealiseerd. Dat wil zeggen dat ze voorbereid zijn op zeespiegel­stijging en het ophogen en versterken van de waterkeringen, in dit geval een harde boulevard en een zachte duin.

Philipp Keller is dagelijks bestuurder en portefeuillehouder Waterkeringen en Klimaatadaptatie bij Scheldestromen. De nieuwbouw van hotelappartementencomplex Britannia op de boulevard in Vlissingen en hotel Zonneduin in het duingebied in Domburg is volgens hem een voorbeeld bij uitstek van hoe Nederland zich moet voorbereiden op de toekomst. ‘Onze aanpak van de afgelopen 100 jaar kunnen we met de huidige klimaatverandering niet langer voortzetten. Het wordt steeds belangrijker om klimaatadaptief te bouwen.’ Door de klimaatverandering wordt dat een steeds grotere uitdaging. ‘De stijging van de zeespiegel en zware stormen zorgen er bijvoorbeeld in Denemarken en Groot-Brittannië voor dat huizen en hotels steeds vaker in de zee verdwijnen,’ zegt programmamanager Waterkeringen Guiljam van der Schelde. ‘De vraag is dus: hoe kun je ervoor zorgen dat een gebouw kan blijven staan en je tegelijkertijd je waterveiligheidsopgave uitvoert?’ Op de boulevard is dat relatief eenvoudig, antwoordt technisch adviseur Waterkeringen Jelle-Jan Pieterse. ‘Dat is in feite een dijk, of er ligt een dijk achter, en hij is redelijk stabiel. Je weet waar de taluds of de kruin van de dijk zitten en hoe het eruit komt te zien als je hem drie meter moet verhogen. In een duingebied is dat anders. Dat is flexibeler en dynamischer. Je hebt te maken met een groter volume aan zand dat komt en gaat met de wind en de golven.’

‘Zand komt en gaat met de wind en de golven’

­Afslagprofiel Die wind en golven zorgen voor duinafslag. Normaal gesproken stuift het zand dat daardoor is verdwenen vanzelf weer op. Pieterse: ‘Als je vervolgens berekeningen maakt van het afslagprofiel bij een superstorm, dan blijkt dat het hotel in de weg staat. Er komt te weinig zand op het strand of in de zee terecht, waardoor er uiteindelijk een gat in de duinen ontstaat.’ De oplossing is simpel: het deel van het hotel dat in het afslagprofiel staat, komt op palen te staan, net als veel strandpaviljoens, zegt Jan Minderhoud, adviseur Vergunningen. ‘De zee kan er bij zware duinafslag onderdoor en het zand kan zich verplaatsen. Zo zijn de gevolgen beperkt. In het middelste deel komen kelders die vervangen kunnen worden door zand, mochten ophoging en versterking nodig zijn en het afslagprofiel in de toekomst meer landinwaarts komen te liggen. Bij het deel van het hotel dat landinwaarts en buiten het toekomstige afslagprofiel ligt, hoeft je geen rekening te houden met veranderende omstandigheden.’ ‘Eigenlijk komt het erop neer dat het hotel kleiner wordt naarmate de zeespiegel stijgt en dat meer zand nodig is,’ aldus Van der Schelde. ‘Maar het mooie is dus dat het wel kan blijven staan.’ Ambitie kan waterschap Schelde­stromen niet ontzegd worden. Maar is het niet handiger om het hotel ergens anders neer te zetten, meer landinwaarts bijvoorbeeld? ‘Op zichzelf geen rare gedachte,’ zegt Minderhoud, ‘maar de planologische en fysieke mogelijkheden in Domburg zijn beperkt. Een tweede oplossing is om nu al veel zand aan te brengen om de juiste afslag te garanderen, maar dan gaat het om zoveel zand dat het niet reëel is.’

Trots Bovendien, met ambitie is niks mis, vindt Philipp Keller. ‘Juist als waterschap zijn we gewend om na te denken over klimaatadaptatie en ver vooruit te kijken. Ik ben trots dat we in Zeeland het voortouw hebben genomen.’

image

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel