Tekst Maurits van den Toorn
Beeld Hollandse Hoogte
Klimaatschade
Verzekeren is niet de oplossing voor alles
Iedereen moet aan de bak om meer ellende te voorkomen
Ondergelopen straten en kelders of kurkdroge akkers en gele weilanden: het is een bijna normale en vooral zomerse realiteit aan het worden. Klimaatverandering leidt tot te veel of te weinig water, waardoor een systeem dat is gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van water nu ook geschikt moet worden gemaakt om het zo goed mogelijk vast te houden. Dat is niet alleen een taak voor de overheid, alle stakeholders moeten aan de slag.
‘De wateroverlast van 1998 – toen bij wijze van spreken half Nederland blank stond – heeft alles op scherp gezet,’ vertelt Herman Havekes, strategisch adviseur bij de Unie van Waterschappen. ‘De Wet tegemoetkoming schade bij rampen en zware ongevallen (WTS) stamde uit juni van dat jaar, de inkt was bij wijze van spreken net droog. De overheid heeft toen circa een half miljard euro aan waterschade uitgekeerd.’ Dat is veel geld en de WTS zal dan ook niet vaak meer worden toegepast, verwacht Havekes. ‘Het gaat er juist om dat gemeenten en waterschappen maatregelen nemen om te voorkómen dat er overlast ontstaat. Het eerste Nationaal Bestuursakkoord Water, waarin staat hoe overheden de opgaven op watergebied willen aanpakken, stamt uit 2003. Sindsdien zijn er meer afspraken gemaakt en documenten opgesteld, zoals het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie, om de gevolgen van de klimaatverandering in kaart te brengen.’
Ook de verzekeraars hebben dat gedaan door op basis van weerscenario’s van het KNMI te kijken wat er kan gebeuren. Richard Weurding, directeur van het Verbond van Verzekeraars: ‘Dat heeft in 2017 geleid tot ons rapport Hoofd boven water. In het meest impactvolle scenario zien we – als we niets doen – een schadestijging van 250 miljoen euro per jaar ten opzichte van het huidige niveau, en dan hebben we het alleen nog maar over de verzekerde schade aan gebouwen en voertuigen. Dat betekent dat de overheid en alle betrokken partijen – regio’s, het bedrijfsleven, individuen en verzekeraars – stappen moeten nemen om dit te voorkomen. Er komt gelukkig steeds meer van de grond, zoals waterpleinen, opvangbekkens en ontstening, maar de urgentie moet omhoog. We moeten hier niet alleen mee aan de slag als er wat heftigs op weergebied gebeurt.’
‘Klimaatadaptatie is maatwerk’
Gebiedsontwikkeling
De overheid ziet de urgentie al wel, signaleren Liesbeth Schippers, Aart Jan van der Ven en Marije van Mannekes, leden van het team Klimaat en Energietransitie bij advocatenkantoor Pels Rijcken. Schippers: ‘Rijkswaterstaat en de waterschappen nemen al sinds jaar en dag maatregelen die ons moeten beschermen tegen hoogwater, zoals de projecten in het kader van het programma Ruimte voor de Rivier en het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Vaak in nauwe samenwerking met de provincie en gemeenten, die kansen zien om dergelijke maatregelen te combineren tot een integrale gebiedsontwikkeling.’ ‘De overheden zijn ook druk aan de slag gegaan met de uitvoering van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie,’ vullen Van der Ven en Van Mannekes aan. ‘Zo voert iedere gemeente een zogenoemde stresstest uit, om kwetsbaarheden (droogte, wateroverlast, etcetera.) in beeld te brengen. Klimaatadaptatie raakt aan de kerntaken van gemeenten op het gebied van ruimtelijke ordening en waterbeheer en het is vaak maatwerk; in bestemmingsplannen moeten ze vastleggen hoe ze wateropvang en dergelijke willen regelen. Het rijk wil gemeenten, provincies en waterschappen tijdelijk middelen beschikbaar stellen uit het Deltafonds en kwam in mei met een voorstel tot cofinanciering, waarvoor de Waterwet gewijzigd wordt. Het geld zal vooral worden besteed aan maatregelen die de "sponswerking" van stad en landelijk gebied vergroten.’
Naar aanleiding van de droge zomer van 2018 is ook een Beleidstafel Droogte opgericht om te kijken wat er aan de gevolgen van extreme droogte te doen is. Uit de eerste bevindingen blijkt dat waterbeheerders meer met elkaar kunnen samenwerken en er kan duidelijker worden vastgelegd hoe de ‘verdringingsreeks’ bij watertekorten moet worden uitgevoerd. Ook daarvoor wordt geld beschikbaar gesteld, in eerste instantie zeven miljoen euro.
Beroerde plekken
De provincies stellen op grond van de Waterwet normen voor waterbeheer vast: eenmaal in de zoveel tijd ‘mag’ een bepaald gebied overstromen. Havekes: ‘We proberen voor bebouwd gebied aan de norm van één-keer-in-de-honderd-jaar te voldoen – en dat halen we ook wel – maar in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie kijken gemeenten en waterschappen naar kritische gebieden en wat we daar samen wel of niet kunnen doen. We verwachten dat er uit de stresstesten van het Deltaplan een aantal beroerde plekken aan het licht zullen komen waar we wat aan moeten doen. Voor de extra investeringen is in het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie zo’n 200 miljoen euro gereserveerd.’
Voor kwetsbare gebieden als het diep gelegen Westergouwe is maatwerk nodig, zoals de aanleg van een extra ringdijk of de bouw van een extra gemaal. Is het wel verstandig om in zo’n gebied te bouwen? Havekes: ‘Wij kunnen adviseren om ergens niet te bouwen, maar als het besluit is genomen om dat toch te doen, dan kunnen we als waterschap niet dwarsliggen. Wij moeten dan proberen ellende voor de mensen te voorkomen.’
‘Er zijn grenzen aan wat verzekerbaar is’
Onvoorziene gebeurtenissen
Weurding waarschuwt in het verlengde daarvan dat er grenzen zijn aan wat verzekerbaar is. ‘Verzekeren is niet de oplossing voor alles, je kunt alleen onvoorziene gebeurtenissen verzekeren. Een voorbeeld daarvan is de dijkdoorbraak bij Wilnis in 2004. Het verbond heeft de leden geadviseerd om kleinschalige overstromingen als gevolg van zo’n doorbraak te gaan verzekeren; dat advies is goed ontvangen door de minister van Infrastructuur en Waterstaat, het is vervolgens aan de verzekeraars om te bepalen wat ze ermee doen. Maar sommige gebieden zijn zo kwetsbaar dat je je de vraag moet stellen of je niet een streep moet zetten door plannen om daar te gaan bouwen. Met de verandering van klimaat zijn de ontwikkelingen in dergelijke gebieden niet meer onvoorzien en daardoor onverzekerbaar.’
Een alternatief zou het verder aanscherpen van de beschermingsnormen kunnen zijn, maar dat gaat niet lukken, voorziet Havekes. ‘Door de klimaatverandering moeten wij al meer doen om aan de huidige gebiedsnormen te blijven voldoen. Verzekeraars zien natuurlijk het liefst dat er zo veel mogelijk door de waterschappen wordt gedaan, maar het houdt een keer op. En laten we ook niet doen alsof het land permanent onder water staat,’ nuanceert hij.
Gerelateerde artikelen
Deel dit artikel