Tekst Bas Nieuwenhuijsen
Beeld Hollandse Hoogte/Reyer Boxem
Interview
Gezonde bodem
Carola Schouten gaat het veld in na een langdurige droogteperiode
Carola Schouten en Dirk-Siert Schoonman over duurzame landbouw, maatwerk en partnerschap
Bij het verduurzamen van de landbouw zijn de waterschappen onmisbaar. Logisch, want goede bodemkwaliteit en watermaatregelen hangen samen. Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen zijn het al snel eens. ‘Alleen door samenwerking kunnen we maatwerk bereiken in het zoeken naar de beste oplossingen voor de toekomst.’
Carola Schouten ziet dat de waterschappen zich al volop bewust zijn van hun rol en daar dagelijks werk van maken. ‘Voor kringlooplandbouw is hoge kwaliteit van de bodem en het water zowel voorwaarde als doel: door het sluiten van kringlopen en het terugdringen van emissies willen we dat het oppervlaktewater en het grondwater zo schoon worden dat de productie van voedsel mogelijk blijft én dat de biodiversiteit toeneemt. ‘Voor de waterschappen is dit core business. Met mijn collega van Infrastructuur en Waterstaat trek ik hierin dan ook graag intensief met de waterschappen op. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de Delta-aanpak Waterkwaliteit. Een gezond en goed functionerend bodem- en watersysteem, waarin op een duurzame manier wordt omgegaan met grondstoffen en nutriënten, is een belangrijk streven uit mijn realisatieplan van de LNV-visie Waardevol en Verbonden.’
‘Maatregelen voor een goede bodemkwaliteit en watermaatregelen hangen vaak met elkaar samen,’ aldus Schouten. ‘Waterschappen hebben ontzettend veel kennis van de watersystemen. Hierdoor kunnen zij goed aangeven waar verbetering van de bodemgesteldheid mogelijk is en leveren zij een bijdrage aan toekomstbestendige watersystemen, waar bodems onderdeel van zijn. In een aantal situaties kan een andere inrichting en beheer van watergangen daaraan bijdragen – tot zelfs het dichten van watergangen in brongebieden van beeksystemen. De grondgebruikers zelf kunnen via slim bodembeheer ook veel verbeteren aan de bodemgesteldheid. Het is belangrijk om de goede samenwerking en kennisoverdracht tussen LNV en de waterschappen te behouden en te versterken.’
Onderzoek
Dik-Siert Schoonman wijst op enkele fundamentele vraagstukken, waaraan ook de waterschappen een bijdrage kunnen leveren. ‘Het is mooi dat de minister net als wij de bodemkwaliteit belangrijk vindt. Maar wat vinden we een "goede" bodem? Daarover moet een discussie worden gevoerd. De minister kan alle partijen die daarbij betrokken moeten worden, samenbrengen. Verder moet er een nulmeting komen. Waar staan we op dit moment? Vervolgens moeten we de bodemkwaliteit monitoren om te zien wat het effect is van maatregelen.’
Volgens Schoonman is meer onderzoek noodzakelijk. De waterschappen richten zich via hun kenniscentrum STOWA vooral op vraagstukken die hun taken betreffen. ‘Bodemdaling heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de landbouw, maar ook voor de waterveiligheid. We doen onder meer onderzoek naar effectiviteit van drainagemethoden, zoals onderwaterdrainage. In het Klimaat-akkoord is ruimte voor nader onderzoek. Belangrijk, want er zitten hiaten in onze kennis.’
Ook Schouten onderstreept het belang van onderzoek. ‘Onderzoek ten behoeve van precisielandbouw, geïntegreerde gewasbescherming, bodembeheer en het toepassen van emissiebeperkende technieken speelt bij het verbeteren van de waterkwaliteit een sleutelrol. Zo kunnen Nederlandse telers en ketenpartijen zich als koploper op het gebied van emissieloos telen op de nationale en internationale markt onderscheiden. Naar al deze onderwerpen wordt onderzoek gedaan, bijvoorbeeld in publiek-private samenwerkingsprojecten binnen de topsectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Het gaat er uiteindelijk om dat de resultaten van dit onderzoek op een voor telers waardevolle wijze in hun bedrijfsvoering worden toegepast. We houden daarbij rekening met de specifieke omstandigheden en omgeving waarin de teler opereert.’
Dirk-Siert Schoonman bij een perceel dat is ingezaaid en bemest met nieuwe meststof. Beeld: Waterschap Vallei en Veluwe
‘Waterschappen maken dagelijks werk van hun rol in de kringlooplandbouw’
Luchtige bodem
Verbetering van de bodem is essentieel voor de landbouw. Ook voor de waterschappen is het een belangrijk punt: de bodem zal luchtiger moeten worden, aldus Schoonman. ‘De bodem is aan het verdichten, onder meer door het gebruik van zware machines op de grond. Door de verdichting heeft de bodem onvoldoende veerkracht.
Als de bodem meer organisch materiaal bevat en luchtiger wordt, kan de grond meer water opnemen en beter als een buffer fungeren. Door de klimaatverandering hebben we in toenemende mate te maken met extremen in het weer: hoosbuien en droogte. Wij hebben het landelijk gebied hard nodig om pieken in de regenval op te vangen. Een goede bodem kan het water vasthouden en afgeven bij droogte.’
Schouten: ‘Het watersysteem is van essentieel belang voor klimaatadaptatie in de landbouw. Kijk naar afgelopen zomer, de droogte. Dat willen we voor de toekomst zo veel mogelijk voorkomen. Het uitgangspunt daarbij is om landbouw en natuur weerbaarder te maken voor de gevolgen van klimaatverandering. Daarnaast is de inzet voor de lange termijn gericht op het voorkomen van schade als gevolg van klimaatverandering, bijvoorbeeld door verzilting en te veel of juist te weinig water. Nu speelt droogte de landbouw parten, maar extreme regenval kan zomaar het volgende issue zijn. De waterschappen spelen hier een belangrijke rol in, zij zijn mijn partners in het zoeken naar mogelijkheden en oplossingen.’
Maatwerk bereiken
Samenwerking is van belang, vinden beiden. Schoonman: ‘Alleen samen kunnen we de kringloop sluiten. Voor zover dat kan, want ik weet niet of een volledig gesloten kringloop haalbaar is. We kunnen de verschillende aspecten wel optimaliseren.’
‘Alleen door samenwerking kan maatwerk bereikt worden in het zoeken naar de beste oplossingen voor de toekomst,’ vindt Schouten. ‘Het Deltaprogramma Zoetwater is een goed voorbeeld van zo’n samenwerking, waarbij alle betrokken overheden en watergebruikers investeren in waterbeschikbaarheid. Dit doen zij door bijvoorbeeld zuinig te zijn met water, water beter vast te houden (bufferen) en het water slimmer te verdelen. Een ander voorbeeld is het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, waarin samen wordt gewerkt aan het implementeren van praktische maatregelen. Dit is een goed initiatief dat ik van harte steun.’
De waterschappen kunnen verder helpen bij het terugdringen van het gebruik van kunstmest. Maar dan moet er wel wat worden gedaan aan knelpunten in wet- en regelgeving, stelt Schoonman vast. ‘We winnen bijvoorbeeld mineralen terug uit rioolwater, zoals struviet. Dat is een natuurlijke meststof die niet wegspoelt. Struviet wordt nu al gebruikt in onder meer de maïsteelt. Daarnaast kunnen we maaisel uit sloten en kanalen composteren. Maar daar lopen we in wetgeving vast, want als we dat doen, zijn we ineens een compostbedrijf.’
De minister is bereid om wet- en regelgeving tegen het licht te houden. Schouten: ‘Vanuit mijn LNV-visie kijken we de komende tijd naar mogelijke belemmeringen in wet- en regelgeving op het gebied van mest en afval, zowel nationaal als in EU-verband, en hoe deze kunnen worden aangepakt. En voor de duidelijkheid: dat doen we zonder afbreuk te doen aan het beschermingsniveau van gezondheid en milieu zoals dat nu door deze regelgeving wordt gewaarborgd.’
‘Een luchtiger bodem kan water beter vasthouden en afgeven bij droogte’
Precisielandbouw
Schoonman pleit verder voor precisielandbouw, als mogelijkheid om de kwaliteit van bodem en water te verbeteren. ‘We moeten goed nadenken over manieren waarop technologie ons verder kan helpen. Je kunt tegenwoordig hele percelen scannen, zodat je een exact beeld hebt van de bodem. Dat voorkomt onder meer overbemesting, want je kunt zien op welke plekken mest nodig is en op welke plekken niet.’
Schouten: ‘Samen met mij zien de waterschappen precisielandbouw als een kans voor het bereiken van een betere waterkwaliteit door minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen en reductie van emissies naar het milieu. Watergebruik kan door precisieberegening veel nauwkeuriger worden gedoseerd. Precisielandbouw biedt ook mogelijkheden voor het meer verweven van natuur en landbouw en vitalere teeltsystemen, zoals strokenteelten en combinatieteelten. In het programma Nationale Proeftuin Precisielandbouw werken wij samen met telers die graag vooruit willen met toepassingen voor precisielandbouw. De waterschappen wil ik van harte uitnodigen hun kennis en kunde in te brengen in deze samenwerking.’
Biodiversiteit De waterschappen kunnen ook een rol spelen bij het behouden en stimuleren van biodiversiteit, vindt zowel Schouten als Schoonman. Schouten wijst op het fundamentele belang van het water. ‘Het watersysteem is essentieel voor alles wat daaromheen groeit en leeft. Waterschappen zijn allereerst een belangrijke bron van kennis. Zij kennen de werking van de grond- en oppervlaktewatersystemen in hun gebied. Met hun kennis en kunde kunnen zij samen met grondgebruikers, terreinbeheerders en andere overheden zoeken naar uitvoeringsmogelijkheden voor maatregelen die verder bijdragen aan behoud en ontwikkeling van de biodiversiteit in oppervlaktewateren, natuurterreinen, landbouwgronden en in stedelijke gebieden. Dat doen zij al in vele gebiedsprocessen en zo ook bij de ontwikkeling en uitvoering van maatregelen voor
het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Die kennis en kunde kunnen zij ook inbrengen in te ontwikkelen omgevingsvisies en het interbestuurlijk programma Naar een vitaal platteland. De waterschappen dragen bovendien bij aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water, waarin we onder andere streven naar ecologisch gezonde oppervlaktewateren. Dit doen zij bijvoorbeeld met de inrichting en het beheer van oppervlaktewateren. Denk aan het natuurlijk(er) inrichten en beheren van oevers, in hellende gebieden vervangen van traditionele stuwen door cascade-stuwen, herstel van meanderende beken/riviertjes en aanleg en beheer van migratievoorzieningen voor vissen en zoogdieren zoals otters. Die inspanningen zijn gunstig voor diverse soorten vissen, insecten, amfibieën, planten, vogels en zoogdieren (onderwater- en bovenwaternatuur). Met hun peilbeheer kunnen waterschappen ook bijdragen aan duurzame zoetwaterbeschikbaarheid voor natuurterreinen en landbouwgronden en aldaar de biodiversiteit helpen versterken.’
Schoonman: ‘Biodiversiteit is bovengronds heel zichtbaar. Maar ondergronds is het ook van groot belang. Alles wat daar leeft, zoals torren en wormen enzovoort, woelt de bodem om en maakt die luchtiger, wat belangrijk is voor het functioneren van de bodem. Een gezonde bodem kan niet zonder biodiversiteit.’
Gerelateerde artikelen
Deel dit artikel