Tekst Marc Notebomer Beeld Hoogheemraadschap van Rijnland
Vertrouwen, wederkerigheid en het gezamenlijk belang
Rijnland programmeert met en niet voor de markt
Nieuwe uitdagingen hebben enorme invloed op het werk van het hoogheemraadschap van Rijnland. Deze uitdagingen kan het hoogheemraadschap niet alleen aan, daar heeft het de markt hard bij nodig. ‘Daarom zijn we het gesprek aangegaan met elkaar,’ zegt Simone Boogaard, directeur Water bij Rijnland. ‘Waar ligt onze eigen kracht en waar die van de markt?’
Simone Boogaard: ‘We gaan eerder met elkaar in gesprek over onze wensen enerzijds en de mogelijkheden van de markt anderzijds, waardoor je eerder tot oplossingen komt en samen realistische stappen kunt zetten’
Hoe zijn jullie tot het besef gekomen dat er iets moest veranderen? Boogaard: ‘Toen ik begin 2021 bij Rijnland kwam werken, merkte ik dat de samenwerking met marktpartijen niet optimaal was. Het was vooral eenrichtingsverkeer. Daardoor haalden we er niet het maximale uit. Wetende dat er grote opgaven liggen, moest dat beter. Want in ons gebied zijn we niet alleen verantwoordelijk voor onze eeuwenoude kerntaken, maar er komen ook nieuwe uitdagingen bij: droogte, wateroverlast, water en bodem sturend in de ruimtelijke ordening, maar ook arbeidskrapte en schaarste van kennis en materialen. Om die uitdagingen het hoofd te bieden, hebben we de marktpartijen hard nodig. En daar hoort wat ons betreft een nieuwe visie op samenwerking bij. Meer gebaseerd op vertrouwen en wederkerigheid en ons gezamenlijk belang: mooie en belangrijke infrastructuur bouwen.’
‘Rijnland maakt serieus werk van betere samenwerking’
Welke acties hebben jullie vervolgens ondernomen? ‘We zijn in gesprek gegaan met elkaar en met marktpartijen: waar ligt onze kracht en waar die van hen, wat kunnen en willen we aan de markt overlaten, hoeveel ruimte geven we elkaar en wat betekent partnership? Het document Rijnland en de Markt, dat dit voorjaar werd gepubliceerd, was daarvan het eerste resultaat. We hebben daarin omschreven wat Rijnland van marktpartijen verwacht en wat zij van Rijnland mogen verwachten.’ ‘Wat Rijnland betreft, is dat document niet het einde maar het begin. Van een voortdurende dialoog tussen Rijnland en de markt. Het mag vooral geen papieren tijger worden, dus er is ook een concreet actieplan toegevoegd. We hebben de daad bij het woord gevoegd en in april een bijeenkomst georganiseerd voor marktpartijen. Deze eerste bijeenkomst was vooral gericht op aannemers, ingenieursbureaus, onderhoudsbedrijven, etcetera. In totaal kwamen daar ruim honderd mensen op af. Tijdens de paneldiscussie en groepssessies hebben we kennis opgehaald en gedeeld. Dat willen we blijven doen, op verschillende manieren. We gaan stap voor stap verder aan de hand van het actieplan dat we hebben.’ ‘Dat Rijnland serieus werkt maakt van een betere samenwerking, blijkt ook uit de adviesraad die dit voorjaar is geïnstalleerd. De adviesraad wordt gevormd door een onafhankelijke groep van ervaren professionals, die kunnen adviseren over het doorvoeren van de werkwijze zoals beschreven in Rijnland en de Markt. Maar we kunnen zelf ook issues of vraagstukken voorleggen aan de adviesraad en dat hebben we bij enkele grotere projecten ook al gedaan. Dan merk je meteen dat het helpt als externe experts meekijken.’
Wat is er concreet veranderd? ‘We gaan eerder met elkaar in gesprek over onze wensen enerzijds en de mogelijkheden van de markt anderzijds. Daardoor kom je eerder tot oplossingen en kun je samen realistische stappen zetten. Marktpartijen weten waar ze aan toe zijn en kunnen daar beter op inspelen. De belangrijkste verandering zit 'm in het programmeren met de markt in plaats van programmeren voor de markt. We laten zien welke opgaven we hebben en bespreken hoe we dat op een goede manier in contracten kunnen krijgen.’ ‘Zo maken we bijvoorbeeld inzichtelijk hoeveel kilometer we jaarlijks te baggeren hebben en hoeveel gemalen we moeten vervangen. En wat onze ambities zijn wat betreft duurzaamheid en veiligheid. Vervolgens gaan we met de marktpartijen in gesprek over welke contractvormen daarvoor slim zijn. Daarbij kijken we nadrukkelijk ook naar raamcontracten waarin we een langdurige samenwerking aangaan en leereffecten bereiken. We denken dat een duidelijk beeld van de opgaven opdrachtnemers helpt om de juiste investeringsbeslissingen te nemen, bijvoorbeeld met betrekking tot emissieloos materieel.’ ‘Als het kan, trekt Rijnland daarvoor op met andere partijen die vergelijkbare opdrachten uitzetten, zoals andere waterschappen. Wij denken dat daar voordelen te behalen zijn, bijvoorbeeld aan de kostenkant en misschien ook wel in bouwtijd.’
‘Waar ligt onze eigen kracht en waar die van de markt?’
Hoe reageren marktpartijen op de nieuwe werkwijze? ‘We krijgen terug dat ze merken dat goede samenwerking bij Rijnland top of mind is, dat ze ons daarop kunnen aanspreken en dat we het in sommige contracten ook al daadwerkelijk beter hebben geregeld. Ook zo’n bijeenkomst, waarbij iedereen kan aanhaken, wordt echt gewaardeerd. Natuurlijk is er nog volop ruimte voor verbetering. Daar blijven we aan de hand van ons actieplan hard aan werken. Als het goed is, gaan ze in de nabije toekomst dus steeds meer verbetering zien. En dat gaan we uiteraard bij ze toetsen.’
Zijn er terreinen waarop de samenwerking niet is veranderd? ‘Nee, al verschilt de mate waarin en de manier waarop de samenwerking verandert wel. De samenwerking voor aanleg en onderhoud is immers anders dan voor facilitaire zaken en ict.’
Zijn er meer waterschappen die op een nieuwe wijze met de markt samenwerken? ‘Er is een gezamenlijk visiedocument De waterschapsmarkt van de toekomst: bouwstenen voor vernieuwing vanuit de Unie van Waterschappen. En we wisselen veel ervaringen uit. Ook op het gebied van duurzaamheid trekken we als waterschappen samen op. Meerdere waterschappen maken inmiddels ook gebruik van raamcontracten en bouwteamcontracten waarbij de nadruk ligt op samenwerking. Zo leren we van elkaar en inspireren we elkaar ook.’