Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld Wim Naarding
Meelopen met... Mart Peters en Anne-Miek Pijpers
Vrijwillige dijkwachten houden Venlo veilig
Twee jaar geleden zagen ze een caravan voorbijdrijven. Maar ook een koe uit Echt, die pas bij Nijmegen uit de rivier kon worden gered. Dijkwachten Mart Peters en Anne-Miek Pijpers in Venlo zien heel wat als het hoogwater is, al hebben ze vooral oog voor “hun” deel van de dijk langs de Maas.
Vrijwillige dijkwachten zijn de ogen van het waterschap, die opengaan op het moment dat scherp opletten het hardst nodig is. Bij hoogwater gaan ze de dijken op en houden ze in de gaten hoe het met de waterkeringen is gesteld, desnoods 24 uur per dag. Waterschap Limburg heeft zo’n 820 vrijwilligers, die ongeveer 185 kilometer aan waterkeringen observeren. Mart Peters en Anne-Miek Pijpers waken, samen met een ploeg collega’s, in Venlo-Zuid over de Maasdijk tussen de twee grote verkeersbruggen in de stad: die van de A73 en de stadsbrug. ‘Een stuk van ongeveer twee kilometer heen en twee kilometer terug,’ vertelt Peters. ‘We lopen meestal over het fietspad dat hier op de dijk ligt.’ ‘Maar we gaan ook wel de dijk af,’ vult Pijpers aan, ‘om te kijken of er konijnenholen zijn of andere schade.’ Ze zijn een stel, maar lopen niet altijd samen het vaste traject. Peters (70, voormalig organisatieadviseur) is al 20 jaar dijkwacht, Pijpers (68, oud-fysiotherapeute) 9 jaar nu.
Nieuwe vrijwilligers Peters raakte ooit op een verjaardag aan de praat met kennissen die het hoogwater in december 1993 hadden meegemaakt. ‘Dat was een traumatische ervaring voor heel veel mensen, dat zit er heel diep in,’ zegt hij. Venlo-Zuid kwam blank te staan, de schade was groot. Peters: ‘Toen vertelden ze dat de groep vrijwillige dijkwachten steeds ouder werd en vroegen ze me of ik er niet bij wilde komen.’ Zo’n 9 jaar geleden volgde zijn partner. ‘Ik was net gestopt met werken,’ zegt Pijpers, ‘toen Mart nieuwe vrijwilligers ging werven. Ze kwamen mensen tekort.’ Ze hoefde niet lang na te denken. ‘Het is een heel gezellige club en je doet iets dat van groot maatschappelijk nut is.’
Nieuwe vrijwilligers Peters raakte ooit op een verjaardag aan de praat met kennissen die het hoogwater in december 1993 hadden meegemaakt. ‘Dat was een traumatische ervaring voor heel veel mensen, dat zit er heel diep in,’ zegt hij. Venlo-Zuid kwam blank te staan, de schade was groot. Peters: ‘Toen vertelden ze dat de groep vrijwillige dijkwachten steeds ouder werd en vroegen ze me of ik er niet bij wilde komen.’ Zo’n 9 jaar geleden volgde zijn partner. ‘Ik was net gestopt met werken,’ zegt Pijpers, ‘toen Mart nieuwe vrijwilligers ging werven. Ze kwamen mensen tekort.’ Ze hoefde niet lang na te denken. ‘Het is een heel gezellige club en je doet iets dat van groot maatschappelijk nut is.’
‘Het is een heel gezellige club en je doet iets dat van groot maatschappelijk nut is’
Mart Peters en Anne-Miek Pijpers staan even stil bij een duiker
Signaleren Dijkwachten lopen altijd met z’n tweeën. ‘We hebben een telefoon van het waterschap bij ons, waarin we via digitale formulieren heel gemakkelijk kunnen aangeven wat er op welke plek aan de hand is,’ zegt Peters. ‘Zo kunnen we goed vastleggen wat we zien. Die telefoon geeft elk team door aan het volgende, waardoor we ook onderling alles goed kunnen overdragen aan elkaar.’ Het is niet het enige contact tussen de vrijwilligers en het waterschap. Pijpers: ‘Elk jaar komen we in september een dag bij elkaar en dan geeft het waterschap uitleg over het beleid voor de komende tijd. Dat zijn heel nuttige en gezellige bijeenkomsten.’ Op een zomerse middag lopen over het Vikingpad, het fietspad dat van de brug van de A73 langs het VieCuri Medisch Centrum, het ziekenhuis van Venlo, in de richting van de stadsbrug voert. De Maas stroomt rustig, keurig binnen de oevers. Toch letten Peters en Pijpers voortdurend op en zien ze veel meer dan de toevallige fietser of wandelaar. ‘We kijken of er bijvoorbeeld schade is van boomstammen of ander drijfhout dat door de stroming tegen de dijk wordt geduwd,’ merkt Peters op. Pijpers: ‘En we letten erop of aan de andere kant van de dijk, de binnenkant, water doorsijpelt.’ Zo’n 2 jaar geleden, tijdens de watercrisis in Limburg, was de Maas helemaal niet rustig en zagen ze ineens van alles en nog wat langsdrijven. Pijpers: ‘Ik heb onder meer een bever gezien en een caravan.’ Peters: ‘Weet je nog die koe uit Echt? Die kwam hier ook langs.’
Kanovereniging Naast het ziekenhuisterrein staat het clubhuis van kanovereniging Viking Venlo, met daarbij een plek waar kanovaarders aan de rivier een dagcamping hebben. Peters: ‘Ze wilden graag buitendijks zitten, direct aan de rivier, om makkelijk in en uit het water te kunnen komen.’ Misschien niet altijd even verstandig en veilig, want bij hoogwater komt dat stukje grond onder te staan, maar hij snapt het wel. Hij wijst, onderaan de dijk staand, naar het gebouwtje net boven ons. ‘Bij hoogwater ontstaat daar een wel. Toen de Maas overstroomde, zo'n 2 jaar geleden, gebeurde dat ook. Omdat de kanovereniging buitendijks ligt, moeten ze het water eigenlijk zelf wegpompen. Maar daar was geen beginnen aan, dus toen heb ik het waterschap gevraagd om toch een pomp te sturen.’ Een paar meter verder staan de twee dijkwachten even stil bij een duiker onder de Professor Gelissensingel, die voorzien is van een terugslagklep om te voorkomen dat het rivierwater de wijk erachter zou kunnen binnenstromen. ‘Even kijken of er troep in zit, blikjes of ander afval,’ zegt Pijpers terwijl ze de klep optilt, ‘bij hoogwater kun je hier niet bij, dan ligt ie onder water.’ Niks aan de hand. Alleen wat zand, dat Peters eruit veegt. Hij wijst in de richting van de Eindhovenseweg. ‘Daar was vroeger een coupure in de dijk. Die kon als het nodig was met schotten worden dichtgezet. Ik lette altijd op of de messing schroeven voor die schotten niet waren gestolen.’ Maar dat hoeft niet meer, de dijk is doorgetrokken.
De kleding van dijkwachten maakt hen herkenbaar voor hun omgeving
‘Je hebt, zeker als het hoogwater is, vaak contact met mensen uit de buurt’
Het ziekenhuis De Maas kan hier flink hoog komen, weten de dijkwachten. Peters: ‘Helemaal als er tijdens hoogwater een noordenwind staat. Dat kan het water nog flink opstuwen.’ Met een ziekenhuis en een grote woonwijk dicht bij de rivier is het dan echt spannend, weet hij. ‘Met het hoogwater in juli 2 jaar geleden is het ziekenhuis ontruimd. De kelders staan vol apparatuur, als die uitvalt heb je een groot probleem. Dat mag niet gebeuren. Er waren tientallen ambulances, legervoertuigen en zelfs helikopters ingezet.’ De vrijwillige dijkwachten waren dag en nacht in touw en niet alleen om op de waterkering te letten. Pijpers: ‘We moesten ook mensen die op de dijk kwamen kijken, wegsturen. Een aantal pikte dat niet, maar het was echt te gevaarlijk. En wij moeten ons werk kunnen doen.’ Zelf werd ze destijds tegengehouden toen ze de dijk opliep. ‘Het ziekenhuis had beveiligers ingeschakeld. Die wilden ons eerst niet doorlaten.’ De kleding van de dijkwachten, een hesje en een jas die duidelijk herkenbaar van het waterschap zijn, hielp toen. ‘Al zeiden ze eerst nog dat er ook allerlei journalisten rondliepen die zich hadden verkleed,’ zegt ze lachend.
Zichtbaar Ook Peters is blij met die herkenbare werkkleding, want die helpt hem bij een andere taak die hij zeer belangrijk vindt. ‘Je hebt, zeker als het hoogwater is, vaak contact met mensen uit de buurt. Die komen met allerlei vragen: wat gaat er gebeuren, hoe hoog komt het water, moeten we weg?’ Het antwoord weet hij niet altijd want hoe hoog de rivier exact zal stijgen, is niet te voorspellen en of er wordt geëvacueerd bepaalt het waterschap niet. ‘Dat is een kwestie voor de veiligheidsregio, het waterschap adviseert alleen.’ Het waterschap is bezig met een early warning systeem voor als het water weer stijgt. De dijkwachten kijken ernaar uit.