Judith de Jong (l.) en Jane Alblas
Hoofdredactioneel commentaar
Kansen voor waterkwaliteit
In Nederland hadden we deze zomer geen grote droogte of piekbuien. In de rest van de wereld was dat wel anders. Extreme hittegolven in Italië en Frankrijk, hagelstenen zo groot als tennisballen bij het Gardameer, storm Hans in Scandinavië en hevige bosbranden in Canada, Hawaï, Griekenland, Tenerife, Portugal… De wereld stond letterlijk in brand. Bij de publicatie van deze editie van Het Waterschap heeft het KNMI de nieuwe klimaatscenario’s gepresenteerd. Duidelijk is wel dat het extreme weer in de toekomst geen uitzondering is. Hoewel het natuurgeweld deze zomer Nederland oversloeg, hadden we onze eigen “crisis”: de val van het kabinet. Bij de Unie van Waterschappen konden we aan de bak met het opstellen van aandachtspunten als input voor verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen die meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Men had haast en dus werden de verkiezingsprogramma’s dit jaar onder stoom en kokend water bij wijze van spreken op de campings geschreven. Maar het is de Unie gelukt om punten mee te geven en de komende tijd zullen we aandacht blijven vragen voor onderwerpen waar we een nieuw kabinet bij nodig hebben. Voor het opvangen van die eerdergenoemde weersextremen is het belangrijk dat water en bodem sturend worden voor ruimtelijke plannen. Het is wel nodig dat dit gedachtegoed nu ook daadwerkelijk verankerd gaat worden in wet- en regelgeving. Hetzelfde geldt voor een andere opgave die de waterschappen aardig van de straat houdt en de meeste pagina’s van deze editie weet te vullen: het verbeteren van de waterkwaliteit.
De waterschappen zuiveren het rioolwater steeds beter, daar investeren ze jaarlijks 640 miljoen euro in. Dit is echter een end-of-pipe-oplossing. Nog steeds komen er veel te veel schadelijke stoffen in het Nederlandse oppervlaktewater terecht. Denk hierbij aan zeer zorgwekkende stoffen, zoals PFAS, en ook medicijnresten, microplastics, gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Pas wanneer die stoffen minder of helemaal niet meer in het water komen, kan de waterkwaliteit in Nederland echt verbeteren. Een bronaanpak vanuit de gedachte “wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit” is daarom iets waar de waterschappen al jaren voor pleiten. De waterschappen willen een milieubewust stoffenbeleid verankerd zien in wetgeving, met als uiterste middel wettelijke verboden op schadelijke stoffen. In dit nummer daarom: de aanpak om medicijnresten in het water tegen te gaan, hoe een waterschap besluit om een vierde zuiveringsstap op de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan te leggen en hoe het met innovaties steeds beter lukt om het water schoner te krijgen. Ook kijken we naar de kansen voor waterkwaliteit in de huidige transitie van het landelijk gebied. Veel leesplezier! Ik wil hier graag Noortje van Zijl bedanken voor haar inzet voor het blad de afgelopen 2 jaar. We hebben genoten van je goede schrijfstijl en de collega’s van Vewin boffen maar dat zij daar nu van kunnen profiteren.
Jane Alblas, vormt samen met Judith de Jong de hoofdredactie van Het Waterschap