Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld Arthur de Bruin
Oppervlaktewater als duurzame energiebron
Onderwaterleven in de kou?
Oppervlaktewater is een veelbelovende duurzame energiebron. Maar wat zijn de effecten van het winnen van Thermische Energie uit Oppervlaktewater (TEO) op de dieren en planten die onder water leven? Literatuurstudies geven een kwalitatief beeld van effecten op bepaalde soorten, maar een totaalbeeld ontbreekt. Daarom is aanvullend onderzoek nodig naar met name koudelozingen en filters.
Wat doen bijvoorbeeld filters met kleine waterdieren en -planten?
Valesca Harezlak is adviseur waterkwaliteit en ecologie bij Deltares. Ze is betrokken bij onderzoek naar het effect van het lozen van water dat ’s zomers relatief warm de TEO-installatie instroomt en er afgekoeld weer uitgaat. ‘Van belang is vooral hoe groot de TEO-installatie is ten opzichte van het watersysteem en of het om stilstaand of stromend water gaat,’ zegt ze. ‘Een kleine installatie bij een groot watersysteem heeft misschien nauwelijks of zelfs helemaal geen effect. Als je relatief koud water in een stilstaand systeem pompt, verander je niet alleen de temperatuur maar voeg je ook stroming toe. Dat kan gevolgen hebben voor het waterleven. Ook de dynamiek van de koudepluim is belangrijk: hoe snel vermengt het zich met warmer water?’
‘Meer zuurstof in het water leidt tot mogelijke vertraging van groeicycli’
Kouder water Koudelozingen zullen volgens Harezlak in het algemeen leiden tot meer zuurstof in het water en mogelijke vertraging van groeicycli van organismen, zoals algen. ‘Dat kan dan weer gevolgen hebben voor bijvoorbeeld vissen en amfibieën. Temperatuurverschillen in het water door koudelozingen kunnen gunstig zijn voor bepaalde soorten. Als het in de zomer warm wordt, kunnen vissen juist kouder water opzoeken.’ Inheemse soorten kunnen doorgaans beter tegen koude dan exoten, aldus Harezlak. ‘Maar voordat je echt conclusies kunt trekken, moet je op veel verschillende plekken monitoren wat er gebeurt. Een rivier is immers geen meer en een kanaal is ook weer anders.’ Ook de filters die bij een TEO-installatie horen kunnen effect hebben op het waterleven, vertelt Jasper Stroom, onderzoeker/ecoloog bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Hij is, net als zijn collega Harry de Brauw (adviseur energietransitie) betrokken bij een onderzoek daarnaar. Stroom: ‘Water wordt een TEO-installatie ingezogen door een filter. Wat daar doorheen komt, algen en kleine diertjes, passeert een fijner filter, komt dan langs een warmtewisselaar om uiteindelijk terug te keren in het oppervlaktewater. Leven die organismen dan nog of niet? En wat blijft er in de installatie op het filter achter en wat zijn de gevolgen voor de warmtewisselaar?’
Beter beeld ‘We zijn nu bezig de onderzoeksopstelling op te bouwen,’ legt De Brauw uit. ‘Het is een kleine TEO-installatie waarin we drie verschillende soorten filters en twee typen warmtewisselaar testen. We doen dat in de Sloterplas in samenwerking met Rijkswaterstaat, het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en het hoogheemraadschap van Rijnland.’ Deze waterschappen voeren in hun gebieden vergelijkbare onderzoeken uit. Daarna moet er meer duidelijk zijn, maar dat duurt nog wel even. De Brauw: ‘Over 3 jaar moet een en ander afgerond zijn en hebben we een beter beeld van wat TEO met de onderwaterwereld doet.’