Tekst Jelle van der Meulen
Goed voorbeeld doet goed volgen
Alle zeilen bij voor voldoende zoetwater
We hebben opnieuw een zeer droge zomer achter de rug. Hoewel drinkwater nog voldoende beschikbaar is, komt de zoetwatervoorziening voor allerlei functies meer en meer onder druk te staan. De waterschappen treffen al langer maatregelen om te zorgen dat we nu en in de toekomst voldoende zoetwater tot onze beschikking hebben. Een aantal voorbeelden.
De inlaatsluis Spijkenisse wordt geautomatiseerd
(Beeld Reem. Fotografie)

Bubbel van zoetwater
Voorheen was waterschap Hollandse Delta vooral bezig met het voorkomen van overstromingen, maar tegenwoordig ligt door klimaatverandering de nadruk op het behouden van voldoende zoetwater binnen de grenzen van het werkgebied. Het Brielse Meer op Voorne-Putten is daar een goed voorbeeld van. Het zoete water uit dat meer wordt gebruikt door agrariërs en recreanten, maar ook als proces- of koelwater door de industrie in de Rotterdamse haven en om waterstanden op peil te houden van het hoogheemraadschap Delfland.
Het Brielse Meer ligt ingeklemd tussen verschillende zoutwaterbronnen, wat het extra kwetsbaar maakt. Om het zoetwater op peil te houden en de kwaliteit te waarborgen heeft het waterschap 13 polderinlaten geautomatiseerd, worden 9 duikers vernieuwd, wordt de inlaatsluis Spijkenisse geautomatiseerd en worden automatische chloridemeters geplaatst. Daarmee kan in droge perioden efficiënt en op afstand zoetwater worden ingelaten, zodra het beschikbaar is.
Waterkwaliteitsscherm
Hoewel het water in het gebied van waterschap Amstel, Gooi en Vecht steeds schoner wordt, voldoet de waterkwaliteit op veel plekken helaas nog niet aan de Kaderrichtlijn Water. Dat geldt vooral voor het gebied ten zuiden van de Amstel. Daarom heeft het waterschap daar een waterkwaliteitsscherm met een pomp gebouwd. Daarmee stuurt het zoet en voedselarm water naar gebieden die dat nodig hebben.
Wanneer het droog is, is er veel watervraag en gaat de Amstel naar het zuiden stromen. Brak, voedselrijk water stroomt mee, wat slecht is voor de waterkwaliteit en voor de landbouw. Het waterkwaliteitsscherm blokkeert die stroming en trekt daarmee enkel zoet- en voedselarm water aan. In dat water gedijen dier- en plantensoorten goed. Zo bevordert het scherm niet alleen de waterkwaliteit, maar ook de biodiversiteit.
Het waterkwaliteitsscherm blokkeert brak, voedselrijk water en trekt daarmee enkel zoetwater en voedselarm water aan (Beeld Waterschap Amstel, Gooi en Vecht)

Eén van de routes van de KWA loopt door de Lopikerwaard en langs Polsbroek, dat de grootste flessenhals in deze route is en als eerste wordt aangepakt (Beeld Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden)

Klimaatbestendige WaterAanvoer
In 2015 startten hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en het hoogheemraadschap van Rijnland met het project Capaciteitstoename KWA: Klimaatbestendige WaterAanvoer. Dit project is onderdeel van het Deltaprogramma Zoetwater. Doel van het project is om West-Nederland in droge perioden te blijven voorzien van voldoende zoetwater.
De waterinlaat vanuit de Hollandsche IJssel bij Gouda speelt daarbij een belangrijke rol. Het water daar wordt in tijden van ernstige droogte door optrekkend zeewater te zout om in te laten. Rijnland heeft het zoete water nodig om het watersysteem op peil te houden en zout kwelwater weg te spoelen. Inlaat van te verzilt water is niet aan de orde omdat natuur en landbouw daar schade van ondervinden.
Als deze waterinlaat bij Gouda vanwege verzilting moet worden stilgelegd, zal water vanuit het oosten, via Bodegraven, naar het westen gevoerd worden. In de huidige situatie wordt via het gebied van De Stichtse Rijnlanden minimaal circa 7 m³/s via Bodegraven en Gouda naar West-Nederland doorgevoerd. Er wordt hierbij samengewerkt met Rijkswaterstaat en met de hoogheemraadschappen Delfland en Schieland en de Krimpenerwaard.
Als alle maatregelen van het project van de capaciteitsuitbreiding KWA zijn uitgevoerd, is het mogelijk om niet de huidige 7 m3 maar 15 m3 water per seconde vanuit het gebied van De Stichtse Rijnlanden aan te voeren.
Ondanks deze maatregelen blijft er soms onvoldoende zoetwater beschikbaar. Rijnland onderzoekt momenteel een doorvoerroute door de Krimpenerwaard als extra optie. Via deze route kan zo’n 5,5 m3/s extra zoetwater worden aangevoerd, vanuit de Lek naar de Hollandse IJssel. Uiterlijk 2028 moeten de maatregelen hiervoor zijn uitgevoerd.
Ook De Stichtse Rijnlanden is bezig met extra maatregelen, namelijk de bouw van een nieuwe inlaat bij Wijk bij Duurstede, om nog meer water aan te kunnen voeren naar het westen.
Zoete scheldestromen
Zeeland heeft van nature vooral zilt water, waardoor zoetwater niet altijd beschikbaar is. De aanhoudende droogte en korte, heftige regenval maken dat tekort alleen maar nijpender. Om toch bij te dragen aan zo veel mogelijk beschikbaarheid van zoetwater, zijn er verschillende projecten waaraan waterschap Scheldestromen meewerkt of deelneemt. Samen met de provincie Zeeland heeft het waterschap een Deltaplan Zoet Water opgesteld. Uitgangs- en startpunt van dat plan is de zogeheten kansenkaart. Daarop zijn alle bestaande waterprojecten inzichtelijk gemaakt.
Een ander project waaraan waterschap Scheldestromen medewerking verleent, is de Waterhouderij. De Waterhouderij bestaat uit zeven agrarische ondernemers die samenwerken op het gebied van waterbeheer. De hoofdwatergangen in het gebied zijn in het beheer van het waterschap, maar de agrariërs beheren zelf de waterhuishouding op perceelsniveau en in kleinere watergangen. Via een uitgebreid monitoringsnetwerk worden de effecten van deze werkwijze in kaart gebracht, om kennis te vergroten en het systeem te optimaliseren.

Een tekort aan zoetwater is voor de uien- en aardappeloogst in Zeeland fataal (Beeld ANP Foto)
Gerelateerde artikelen