Tekst Marjan van Wijngaarden Beeld Dimitry de Bruin

Waterkracht

Delfland gaat op reis naar de toekomst

Aan tafel bij de gemeenten

Het kan zomaar gebeuren dat ergens in het gebied van het hoogheemraadschap van Delfland een medewerker van het waterschap een gemeentehuis binnenwandelt met een pizzadoos onder de arm. In de doos zit geen pizza, maar kaarten waarmee het hoogheemraadschap met de gemeente in gesprek gaat over de watervisie. Janneke Föllings en Sandra Fraikin zijn beleidsadviseur bij Delfland en hebben de ontwikkeling van de watervisie begeleid.

Wat is de watervisie precies? Sandra Fraikin: ‘Met de watervisie helpen we de dertien gemeenten in ons gebied bij hun gebiedsontwikkeling. Het is een gespreksinstrument dat bestaat uit verschillende soorten kaarten. Op die kaarten zie je per gebied wat de gevolgen zijn van mogelijke toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van waterbelang.’ Janneke Föllings: ‘Een voorbeeld. Gemeenten hebben een woningbouwopgave. Stel dat in een gebied meer neerslag gaat vallen waardoor de kans op wateroverlast toeneemt. Wat kan de gemeente dan doen? Ga je alle gebouwen voorzien van groene daken? Of bouw je de hoogte in, zodat er meer ruimte is voor groenvoorzieningen? Daarover voeren medewerkers of bestuurders van het hoogheemraadschap een goed gesprek met de betreffende gemeente. Zo laten we zien dat de keuzes die je nu maakt, gevolgen hebben voor de toekomst. Overigens praten we daarover niet alleen met de gemeenten, maar ook bijvoorbeeld met de provincie, LTO en Natuurmonumenten.’ Fraikin: ‘We hebben 2 jaar aan de watervisie gewerkt. Alle kennis die in de hoofden van de medewerkers zat of in boeken stond, moest erin. Dat was een zoektocht, maar daardoor is er wel draagvlak onder de medewerkers. In 2019 heeft ons bestuur de watervisie vastgesteld, maar natuurlijk is zoiets nooit echt klaar. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt de visie weer aangevuld, bijvoorbeeld met een nieuw thema. Het is een losbladig systeem geworden, gericht op het fysieke gesprek met gemeenten.’

‘Met de watervisie planten we zaadjes’

Maar ja, toen kwam corona… Föllings: ‘Precies! Toch zijn we doorgegaan, ook al kostte dat meer moeite dan met een doos kaarten onder de arm bij een gemeente langsgaan. We hebben bijvoorbeeld een digitale sessie met de gemeente Schiedam georganiseerd. We hebben er letterlijk een digitale reis naar de toekomst van gemaakt. De deelnemers kregen vooraf tickets toegestuurd, en de online sessie werd gepresenteerd door twee mensen in een pilotenuniform. Zo hadden we de aandacht te pakken en konden we ook online goed praten over wat water betekent voor de toekomst van Schiedam. De deelnemers waren erg enthousiast.’ Fraikin: ‘Ook zijn er gesprekken gevoerd met andere gemeenten, zoals met de gemeente Den Haag over de omgevingsvisie. We merken dat je iedere keer maatwerk moet leveren, omdat iedere gemeente op een andere manier werkt.’ Hoe komen jullie in contact met de gemeenten om over de watervisie te praten? Föllings: ‘We hebben de afdeling planvorming die de gemeenten adviseert. Deze afdeling heeft een groot netwerk en onderhoudt goede contacten met de gemeenten.’ Fraikin: ‘En onze bestuurders spelen een belangrijke rol. Na de gemeenteraads­verkiezingen van afgelopen maart maken ze kennis met de nieuwe wethouders. Dan brengen ze de watervisie zeker onder de aandacht.’

‘Je moet iedere keer maatwerk leveren’

Waarom bieden jullie de gemeenten deze gesprekken aan? Föllings: ‘De watervisie is vooral bedoeld voor gesprekken met gemeenten en provincie over de omgevingsvisies. Door klimaatverandering loopt het water­systeem tegen z’n grenzen aan. Wij nemen dit initiatief om ook in de toekomst ons werk goed te kunnen blijven doen. Met de watervisie planten we zaadjes: we moeten het er nu over hebben. Er valt veel meer regen, maar er zijn ook lange periodes van grote droogte. We kunnen niet nog hogere dijken bouwen of nog harder pompen. Bovendien is ons werkgebied dicht­bebouwd, waardoor er weinig ruimte is voor overtollig water. We kunnen als waterschap de problemen niet alleen oplossen. We hebben elkaar nodig.’ Fraikin: ‘We faciliteren het gesprek over de toekomst. We zeggen niet wat er moet gebeuren en we leggen niets op. We richten ons echt op het samen doen. Belangrijkste pluspunt is dat we de watervisie visueel hebben gemaakt. Je kunt bijvoorbeeld precies zien waar de zeespiegelstijging tot problemen leidt.’ Föllings: ‘En dat is echt het grote pluspunt. We zitten bij de gemeente aan tafel, samen over grote kaarten gebogen. Ja, dat klinkt ouderwets, maar het is wel praktisch en we merken dat onze gesprekspartners erdoor geïnspireerd raken.’

Zijn er uitdagingen? Föllings: ‘Het is een uitdaging om de watervisie verder te brengen. Zoals gezegd, kijken we naar de toekomst: tot wel 20 jaar verder. Dat is best moeilijk en eerlijk gezegd is dat voor de partners in ons gebied ook een uitdaging. Ook zij zijn vaak meer met de kortere termijn bezig.’ Fraikin: ‘Maar het mooie is natuurlijk dat in het regeerakkoord staat dat water en bodem sturend moeten zijn. Wij geven daar met onze watervisie al invulling aan.’

Deel dit artikel