Beeld Dimitry de Bruin

Infographic

Beter zicht op rioolwater­zuivering

Rioolwaterzuivering is een belangrijke taak van de waterschappen. Maar hoe gaat dat zuiveringsproces eigenlijk in zijn werk op de 315 rioolwater­zuiverings­installaties die door hen worden beheerd?

Roosterhark / zandvang Eerst wordt het grove vuil (zoals papier, blikjes, plastic, takken, vochtige doekjes en maand­verband) uit het water gezeefd in de roosterhark/zandvang. Dat kan de daaropvolgende zuiverings­processen namelijk negatief beïnvloeden of zorgen voor storingen aan pompen.

Voorbezinktank Het water gaat door naar de voorbezinktank. De vaste vuildeeltjes bezinken en het vuil (slib) zakt dan naar de bodem. Het slib wordt weggepompt naar de slibgistingstank.

Beluchtingstank Het water stroomt door naar de beluchtingstank. Daar zetten bacteriën het in het rioolwater aanwezige vuil om in CO2, water, stikstofgas en slib (biomassa). Dit is de biologische zuiveringsstap. De bacteriën hebben hiervoor zuurstof nodig. Beluchters brengen extra zuurstof in het water waardoor dit proces sneller gaat. Dit duurt 2 à 3 dagen. Het mengsel van vuil water en slib heet actief slib.

Nabezinktank Het gezuiverde water met bacteriën gaat naar de nabezinktank. Daar wordt het gezuiverde water van de volgegeten bacteriën (actief slib) gescheiden. Het actief slib zakt naar de bodem. Daar worden de bacteriën voor een groot deel teruggepompt naar de beluchtings­tank en opnieuw voor het proces gebruikt. Overtollig actief slib gaat naar de slibgistingstank.

Oppervlaktewater De hoeveelheid vervuiling in het rioolwater wordt uitgedrukt in de maat inwonerequivalenten (i.e.). Een i.e. is de gemiddelde hoeveelheid vervuiling in het rioolwater die een persoon in huis veroorzaakt en wordt uitgerekend aan de hand van de hoeveelheid zuurstof­bindende stoffen in het ontvangen rioolwater. In 2020 zuiverden de installaties 27,2 miljoen inwonerequivalenten. Gezuiverd water heet effluent en gaat terug naar de natuur. De kwaliteit van het effluent wordt natuurlijk eerst intensief gemeten. De maat hiervoor is het nalevings­percentage, dat aangeeft in hoeveel procent van de metingen de kwaliteit van het effluent voldoet aan de gestelde eisen. In 2020 was het nalevings­percentage maar liefst 99,2 procent. Waar sprake is van een overschrijding van de vergunning, heeft dat veelal een incidenteel karakter, bijvoorbeeld als gevolg van een calamiteit of renovatie. Daardoor kan het gebeuren dat een zuivering tijdelijk minder goed functioneert.

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel