Tekst Marjan van Wijngaarden

Beeld Dimitry de Bruin

Waterkracht

‘Watercrisis is een wake-upcall’

Waterschap Limburg ontwaakt uit een roes

Voorbereid op hoogwater was waterschap Limburg zeker. Maar dat het in juli zou uitlopen op een watercrisis waarbij de provincie officieel tot rampgebied werd verklaard, dat zagen dijkgraaf Patrick van der Broeck en vakspecialist crisisbeheersing waterkeringen Bert Smeets niet aankomen. De ellende en het verdriet van inwoners die hun huis moesten verlaten, staat ze nog goed bij. Maar ook de blijdschap van Limburgers die hun voeten net droog hielden, en de saamhorigheid en teamgeest van alle waterschappers en vrijwilligers die zich een slag in de rondte werkten om te redden wat er te redden viel.

Bert Smeets: ‘Ik houd de voorspellingen altijd in de gaten. Ik zag wel dat er wat aan zat te komen, maar zo snel en zo hard, dat heb ik de afgelopen 40 jaar nog nooit meegemaakt. We gingen woensdagmiddag meteen aan de slag: wanden bouwen, coupures dichtzetten, pomplocaties instellen, tijdelijke keringen bouwen… Er werd dag en nacht doorgewerkt. En natuurlijk moest ons dijkwachtleger van achthonderd mensen opgetrommeld worden.’ Patrick van der Broeck: ‘Ons crisisplan was net klaar, en het gebiedsontwikkelingsproject Ooijen-Wanssum was op 1 juli opgeleverd. Dit project beschermt het gebied tegen waterstanden die eens in de 250 jaar voorkomen. Dat was dus echt precies op tijd. Eerder had ik in het algemeen bestuur al voorgesteld om al onze demontabele keringen en pompen bij wijze van oefening een keer uit te rijden. Wij hebben daarvan meer dan alle andere waterschappen samen. Zo’n oefening zou 1,2 miljoen euro kosten. Veel geld, dus er waren twijfels of we dat wel moesten doen.’ Lacht: ‘Daar hoeven we nu in ieder geval niet meer over na te denken.’

‘Zorg dat je veel kennis hebt van je gebied’

Hoe hebben jullie die dagen beleefd? Van der Broeck: ‘Voor een deel in een roes. Er komen veel emoties op je af: aan de ene kant waren er de blije bewoners rond Ooijen-Wanssum die dankbaar waren dat ze het net droog hielden. Aan de andere kant waren er de ellende en het verdriet van mensen die hun huis uit moesten.’ Smeets: ‘Het waren lange dagen. En de hele dag ging de telefoon. Ik kreeg de gekste vragen. Zo kwam een vrachtwagen pompen uit Groningen brengen, maar de chauffeur kon niet verder rijden vanwege de rust- en rijtijden: “Bert, wat nu?” Nou, dan regel je een ontheffing.’ Van der Broeck: ‘Alle waterschappers hielpen mee. Er was saamhorigheid en teamgeest. Soms zag ik mensen waarvan ik dacht dat ze al met pensioen waren. Dat was ook zo, maar ze waren toch gekomen om te helpen. Ook hebben we veel steun van de andere waterschappen gekregen.’

En nu, na de watercrisis? Smeets: ‘We zijn nu bezig met het herstelplan, want er moet nog veel gedaan worden voor het hoogwaterseizoen dat 15 oktober begint. Bijvoorbeeld het drijfvuil opruimen en uitspoelingen in dijken herstellen. Ook moeten alle spullen die we gebruikt hebben om het water tegen te houden weer terug naar de loodsen. En we moeten kijken of alles weer schoon is en nog werkt.’ Van der Broeck: ‘En we gaan natuurlijk evalueren: wat leren we hiervan en wat gaan we een volgende keer anders doen? In 2018 is er in Zuid-Limburg ook heel veel water gevallen. Ik heb toen gezegd: dit gaat niet meer over wateroverlast, maar over waterveiligheid. Iedereen zei: Patrick, overdrijf je niet een beetje? Maar nu zie je dat het zo is. Dit hoogwater is echt een wake-upcall. We moeten aan de slag met structurele oplossingen in een programmatische aanpak. Dat kost veel geld. Maar Ooijen-Wanssum heeft 220 miljoen euro gekost, en dat hebben we nu al terugverdiend.’

‘Je moet blijven kijken wat er buiten gebeurt’

Nog tips voor andere waterschappen hoe om te gaan met zo’n crisis? Van der Broeck: ‘Doe een keer een oefening onder tijdsdruk. En schroom niet om beslissingen te nemen. Niet gemakkelijk, want er gebeuren ook dingen waarin je draaiboek niet voorziet. Vaar daarom op je gevoel en op je medewerkers. Ook belangrijk: zorg dat je veel kennis hebt van je gebied. Veel van ons werk gebeurt tegenwoordig achter de computer. Maar blijf kijken wat er buiten gebeurt.’ Smeets: ‘Blijf rustig, laat je niet in de gordijnen jagen. Zorg ervoor dat alle materialen klaar staan en dat de organisatie weet wat er moet gebeuren. En vergeet niet om alles goed met je aannemers door te spreken.’

Hoe kijken jullie al met al op deze watercrisis terug? Van der Broeck: ‘We hebben ontzettend veel geluk gehad. Als je zulk hoogwater in de winter hebt, is er vaak storm bij. Door de harde wind was het water dan zeker over de keringen gekomen en was de schade veel groter geweest.’ Smeets: ‘Een bekend gebed in de waterschapswereld is: Heer, geef ons heden ons dagelijks brood en af en toe een watersnood. Het hoogwater heeft laten zien dat de waterschappen klaarstaan voor de omgeving. Mensen weten weer waarom ze waterschapsbelasting betalen. En ze zien ook weer het nut van waterkeringen in. Vaak zijn er protesten omdat mensen die niet “in hun achtertuin” willen. Nu zien ze dat het toch echt nodig is.’ Van der Broeck: ‘Ik voel me bevoorrecht dat we onze lakmoesproef hebben gehad. We weten nu wat we kunnen. Maar ik hoop vooral voor de omgeving dat we dit niet nog een keer meemaken.’

Deel dit artikel