Column Jannemarie de Jonge

We hebben haast

Waterschap en landschap passen bij elkaar. Bij beide ligt de kracht in samenhang en samenwerking. Waterschappen hebben diepe wortels in de streek. In het landschap zelf kun je aarden; landschap heeft geen haast. Wat wel haast heeft, is dat wij ons herbezinnen op het bodemwatersysteem als fundament voor het ruimtegebruik. De tijd dat we het natuurlijk systeem naar onze hand dachten te kunnen zetten is voorbij. De klimaat- en biodiversiteitscrises maken dat duidelijk. De bodem kan niet als tabula rasa met technologie eindeloos worden gemanipuleerd. Ik ken de waterschappen als sterk inhoudelijk gedreven organisaties, niet al te gevoelig voor de politieke waan van de dag. Dat is iets om te koesteren, zeker als het gaat om stabiliteit van het bodemwatersysteem, waarbij je moet denken in generaties in plaats van bestuurstermijnen. Waterschappen weten hoe en waar we gebieden kunnen ontwikkelen en beheren zonder een hypotheek te leggen op toekomstige generaties, of nadelen af te wentelen naar andere gebieden. Zij weten dat bodem- en waterbelangen van een andere orde zijn dan onderling afweegbare ruimtelijke claims. Een Blauwe Omgevingsvisie, als een strategisch document, zou heel nuttig zijn om die belangen op de lange termijn te waarborgen. Als de waterschappen dit huiswerk op orde hebben kunnen zij met meer gezag en impact aan de ruimtelijke tafel schuiven en, wat mij betreft, wat vaker met de vuist op die tafel slaan. Geloof in maakbaarheid kenmerkte de twintigste eeuw. De eenentwintigste vergt juist wendbaarheid en adaptatie. Als we menselijk vernuft inzetten om met de natuur mee te werken, winnen we op veel fronten. Nature based solutions langs kust en rivieren, of slimme groene daken die piekbuien bufferen, zorgen voor een aantrekkelijke, veerkrachtige en biodiverse leefomgeving en voor droge voeten. De recente overstromingen in Limburg laten zien dat met natuurkracht niet te spotten valt. We dachten het Maassysteem op orde te hebben, maar hadden buiten persistente buien gerekend. Lieflijke beken veranderden in verwoestende stromen. We hebben dus een aanpak nodig die reikt tot in de haarvaten van het systeem. En niet alleen van het watersysteem, maar ook van het maatschappelijk systeem. Gebruikers van de ruimte moeten begrijpen dat hun gedrag ertoe doet. Dat betekent stedelijke ontwikkeling die inzijggebieden of potentiële overstromingsvlaktes respecteert, landbouwbodems die water vasthouden, een slimme regenton voor iedereen en geen druppel drinkwater meer door de toiletpot. En waterschappen die zorgen voor samenhang en samenwerking.

Jannemarie de Jonge is rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving bij het College van Rijksadviseurs in Den Haag. Ook is ze landschapsarchitect en partner bij Wing, een adviesbureau dat met overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties werkt aan duurzaam gebruik en ontwikkeling van de ruimte.

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel