Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld Antoinet Looman en Constantijn Jansen op de Haar

Pleidooi voor een nieuwe economie

Groen is geld waard

Ze zijn niet gekozen tot “minister van de nieuwe economie” maar Antoinet Looman en Constantijn Jansen op de Haar blijven zich enthousiast inzetten voor thema’s als innovatie, duurzaamheid en circulariteit.

Ze zijn beiden lid van het dagelijks bestuur van een waterschap. Looman bij waterschap Rijn en IJssel, Jansen op de Haar bij het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Samen hebben ze deelgenomen aan de onderhandelingen over het Klimaatakkoord. Ook namen ze deel aan de verkiezing van de “minister van de nieuwe economie” van het ondernemersnetwerk MVO Nederland. Looman: ‘Duurzaamheid en circulariteit raken iedereen. Het is een beweging die we allemaal willen.’ Jansen op de Haar: ‘De overheid is de grootste innovator en dus is haar inbreng van groot belang. Waterschappen doen al veel in de nieuwe economie.’

‘Schoon water is economisch aantrekkelijker’

Antoinet Looman en Constantijn Jansen op de Haar hijsen duurzaamheid en circulariteit graag op het schild

Op de agenda Oké, ze zijn niet gekozen, maar wat moet de minister van de nieuwe economie volgens hen gaan doen? ‘De nieuwe economie op de agenda zetten voor de komende kabinetsformatie,’ stelt Jansen op de Haar. ‘Zo moet de politiek begrijpen dat afvalwater een waardevolle bron is en dat ook wettelijk vastleggen.’ Looman: ‘Aandacht voor korte kringlopen is ook belangrijk. En de waterschappen zouden meer betrokken moeten worden bij andere sectoren en omgekeerd. Neem de landbouw: als die minder fosfaten uitspoelt, is dat van belang voor waterbeheer.’ Waarom kunnen juist de waterschappen een rol spelen in de nieuwe economie? ‘Wij krijgen als eerste met de gevolgen van klimaatverandering te maken,’ zegt Jansen op de Haar. ‘Denk maar aan de dijken, het waterpeil in polders, droogte en piekbuien. We kunnen er ook als eerste wat aan doen. Waterschappen hebben een traditie van doen, hands-on werken.’ ‘En we hebben de assets om onder meer grondstoffen terug te winnen,’ vult Looman aan. ‘De rioolwaterzuiverings­installaties bijvoorbeeld. Wat nu wettelijk nog wordt gezien als afvalwater, is in onze ogen juist een bron van energie en grondstoffen.’

Wereldprimeur Een goed voorbeeld is de Nereda®-technologie, ontwikkeld in samenwerking met TU Delft en Royal HaskoningDHV, voor waterzuivering. Looman: 'Dat kost minder energie, verbruikt minder chemicaliën en levert de nieuwe grondstof Kaumera op. Dat is een bindmiddel dat bio-afbreekbaar is en dat veel toepassingen heeft. Een wereldprimeur.' Jansen op de Haar: ‘De grootste Nereda®-installatie van Europa staat in Utrecht en er komen er steeds meer bij, ook in het buitenland. We willen er in Utrecht een fabriek voor Kaumera bij bouwen. Het is een verdienmodel rond afvalwater.’ ‘De combinatie van Kaumerafabriek en Nereda®-installatie maakt schoon water economisch aantrekkelijker,’ aldus Looman. ‘Deze technologie is ook belangrijk voor de derde wereld. Denk mondiaal maar handel lokaal!’

image

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel