Tekst Jelle van der Meulen Beeld ANP en Unie van Waterschappen

Interview koepelvoorzitters

Decentrale overheden willen doorpakken

Tekst Jelle van der Meulen Beeld ANP en Unie van Waterschappen

Interview koepelvoorzitters

Decentrale overheden willen doorpakken

Rogier van der Sande voorzitter Unie van Waterschappen

‘We moeten de stap maken van pilots naar structureel’

Streng voor zichzelf en het nieuwe kabinet

Op weg naar de Tweede Kamerverkiezingen trekken de Unie van Waterschappen, de VNG en het IPO gezamenlijk op. De drie koepelorganisaties bieden aan dat waterschappen, gemeenten en provincies meer taken en verantwoordelijkheden op zich nemen, mits de rijksoverheid hen structureel voorziet van meer financiële middelen en administratieve en wettelijke hobbels wegneemt. ‘We kunnen niet meer zonder elkaar. Het is tijd voor een overheidscultuur waarin we echt samen problemen aanpakken.’

De coronacrisis houdt Nederland en de wereld inmiddels meer dan 1 jaar in haar greep. Terwijl we proberen zo goed mogelijk door de huidige periode te geraken, blijven grote maatschappelijke vraagstukken van voor de crisis nog net zo urgent. De Unie van Waterschappen, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) doen samen een aanbod aan het aankomend kabinet om de belangen van decentrale overheden te waarborgen en te zorgen dat de rijksoverheid hen in staat stelt hun taken uit te voeren.

Natuurlijke partner Grote maatschappelijke opgaven – het uitvoeren van het Klimaatakkoord, herstel van de (regionale) economie, de woningopgave en in bredere zin de ruimtelijke indeling van het land – krijgen alle vorm op regionaal niveau. Zo’n 4 jaar geleden hebben de drie koepelorganisaties afspraken gemaakt met het rijk, maar nu willen ze nog een stapje verder gaan. ‘De inkt van sommige afspraken is pas net droog, maar we moeten er blijvend voor zorgen dat wij die afspraken ook kunnen uitvoeren,’ zegt Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie. ‘Het is tijd om van pilots en impulsregelingen de stap te maken naar meer structureel, gezamenlijk beleid.’

Grote maatschappelijke opgaven, zoals die van de woningmarkt of de energietransitie, willen de koepelorganisaties samen met het rijk het hoofd bied

‘We kunnen namelijk niet meer zonder elkaar,’ vervolgt Van der Sande. ‘We willen kijken naar wat we maatschappelijk kunnen realiseren, niet naar bevoegdheden of wie precies wat doet. Neem de energiestrategie. Waterschappen kunnen en willen meer doen. Als een bepaalde gemeente niet in staat is energieneutraal te worden, kan een waterschap daarbij helpen. We moeten toe naar een cultuur waarin overheden echt samen problemen aanpakken.’

Het helpt daarbij dat de burger de verschillende overheden toch ziet als één overheid, meent Jan van Zanen, voorzitter van de VNG. ‘Onze inwoners en de opgave dienen centraal te staan. Degene die iets het beste kan, moet het doen. Zolang je de burger helpt of een maatschappelijk doel dichterbij brengt, wat maakt het dan nog uit wie van ons het uitvoert?’ Per dossier pakt één van de partijen de lead, zegt Theo Bovens, voorzitter van het IPO. ‘Momenteel voeren we, bijvoorbeeld wanneer het gaat om gebiedstransitie, nog te veel sectorale gesprekken. Maar ruimtelijk heb je altijd te maken met meerdere partijen. Ook indien er weer een ministerie van VROM of van Wonen komt, heb je gemeenten, waterschappen en provincies nodig. Wij willen ons daarom nog nadrukkelijker positioneren als natuurlijke partner van het rijk.’

Eén mond Voordat de partijen met het rijk de inhoud kunnen bepalen van de uit te voeren opgaven, moet wel aan twee voorwaarden worden voldaan, legt Van Zanen uit. ‘We moeten streng zijn, voor onszelf, maar ook voor het kabinet: de structurele financiële tekorten moeten worden opgelost. We hebben daar al afspraken over, maar er moet boter bij de vis. Daarnaast moeten wij geen taken krijgen die wij niet kunnen uitvoeren. Zijn we eenmaal zover, dan kunnen we verder praten over de inhoud: klimaat, woningbouw, economie en ruimtelijke ordening. Het financiële aspect en de taakverdeling zijn randvoorwaarden. Zonder die twee zaken houdt het op. Daarin spreken wij als drie koepelorganisaties met één mond: regel dit goed, dan kunnen wij goed ons werk doen.’

Theo Bovens voorzitter IPO

‘Het is de rol van de provincies om partijen samen te brengen’

Jan van Zanen Voorzitter VNG

‘Onze inwoners en de opgave dienen centraal te staan’

Dicht bij de burger De Unie van Waterschappen en het IPO hebben ook hun specifieke wensen en zorgen. De Unie pleit voor haar drie “klassiekers”, aldus Van der Sande: waterveiligheid, waterbalans en waterkwaliteit. ‘Dat zijn altijd pijlers onder ons werk, maar door klimaatverandering zijn ze nog urgenter. Water moet meer leidend zijn in de inrichting van ons land, ook omdat het invloed heeft op de bodem. Daarnaast moeten we de waterbalans herstellen: de vraag is hoog, het aanbod laag. Dat is geen houdbare situatie op de lange termijn. Tot slot is waterveiligheid de basisvoorwaarde voor leefbaarheid in dit land.’ De provincies willen zich nadrukkelijk melden wanneer het gaat om de gebieds­transitie, zegt Bovens. ‘Alle grote opgaven spelen zich in de ruimte af en daar gaan de provincies over. Daar willen we nog veel meer op inzetten. Het kabinet wil te veel sectoraal insteken, maar zorg er nou juist voor dat daar waar het ruimtelijk aspect van belang is, dossiers op elkaar ingrijpen. Het is de natuurlijke rol van provincies om partijen bij elkaar te brengen en belangen te verenigen, dus geef ons verantwoordelijkheid, dan doen wij waar we goed in zijn.’ De grote decentralisaties van de afgelopen jaren zijn lang niet altijd een succes gebleken: taak- en rolverdeling werden soms uitermate complex en de financiële tekorten groeiden. Desondanks staat Van Zanen in de kern nog altijd achter de decentralisaties: ‘Het kabinet had destijds nooit een bezuiniging moeten doorvoeren en gelijktijdig het takenpakket voor gemeenten moeten uitbreiden. Maar in essentie is lokaal beleid dat dicht bij de burger staat natuurlijk goed. Wij hebben de mensen aan het loket. Situaties kunnen per gezin, per situatie en per gemeente verschillen. Kabinetten willen soms groots en meeslepend beleid maken en dingen veranderen, maar laat ons nou gewoon maatwerk leveren, hier en daar een uitzondering maken. Alleen dan krijgen mensen de hulp die ze nodig hebben.’

Gebiedsgerichte aanpak Van der Sande voegt toe: ‘Decentraal beleid is goed, maar vraagt wel om het opruimen van belemmeringen. Wij lopen nu nog te veel op tegen fiscale, financiële en regeltechnische hobbels. Daarom hebben we het rijk nodig, om kaders te stellen en die belemmeringen weg te nemen. Dat is een voorwaarde voor decentrale overheden om goed ons werk te kunnen doen.’ Bovens neemt een vergelijkbaar standpunt in. ‘Ik geloof in het subsidiariteitsbeginsel: laat beslissingen en uitvoering plaatsvinden op het daarvoor geschikte niveau. Maar dan heb je wel de juiste bevoegdheden en middelen nodig. We moeten niet decentraliseren omdat we meer taken willen; het moet ten dienste staan van een gebiedsgerichte aanpak.’

Juiste besluiten Nu blijkt dat de coronacrisis nog wel even voortduurt, zal bestrijding van de pandemie een centrale plaats innemen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Toch maken de voorzitters van de Unie, de VNG en het IPO zich geen zorgen dat hun agenda ondergesneeuwd zal raken. ‘Ook tijdens de coronacrisis gaat ons werk door,’ zegt Van der Sande. ‘Het is de taak van bestuurders om juist over crises heen te kijken en de lange termijn in het oog te houden. Waterschappers zijn bij uitstek langetermijndenkers. Het watersysteem zit simpelweg aan zijn grens, dus moeten we nu de juiste besluiten nemen en adequaat beleid maken.’ Wat Bovens betreft, worden de herstelplannen en groeifondsen expliciet gekoppeld aan de regio. Hij hoopt daarom dat er bewindslieden komen die ervaring hebben op regionaal niveau, die de kracht van de regio begrijpen. ‘Ik reken erop dat het landelijk economisch beleid zich de komende jaren meer laat sturen door de regionale agenda’s en de grote provinciale spelers, zoals de Zuid-Hollandse haven, de chemische industrie in Limburg of Brainport Eindhoven. Leg als kabinet goede, ambitieuze plannen neer en zorg dat wij die kunnen uitvoeren. Dan pakken wij het op.’ ‘Als de coronacrisis iets laat zien, is het dat het rijk niets kan zonder decentrale overheden en vice versa,’ vult Van Zanen aan. ‘De brede steunpakketten van het rijk tonen bovendien dat het kan, dat er ruimte is om decentrale overheden beter te ondersteunen in onze taken. Het is nu tijd om door te pakken.’

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel