Van A naar Beter in klimaat­bestendig Vught

Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld Marc Bolsius

Over grenzen van wegen-, spoor- en waterbouw

Als de boel toch op de schop gaat voor twee grote infrastructurele projecten, doe dan wat meer, zodat het omliggende gebied klimaatbestendig wordt. Dat is kort gezegd de gedachte achter een unieke samenwerking bij de aanpak van de N65 en het spoor in en bij Vught.

De komende jaren zijn Vught en de directe omgeving daarvan het toneel van twee ingrijpende projecten in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). ‘Het gaat om het opwaarderen en aanpassen van de N65 en het verdubbelen en verdiept aanleggen van het spoor,’ aldus Frank Bouwens, gebiedsadviseur bij het waterschap Aa en Maas. ‘Waar de A65, de snelweg tussen 's-Hertogenbosch en Tilburg, door Vught loopt, verandert de weg in de N65. Verder loopt er een belangrijke noord-zuid-treinverbinding door Vught, van nu nog twee sporen, maar dat worden er vier. Het spoor wordt bovendien verdiept. Al met al zal het verkeer gemakkelijker door Vught heen kunnen komen.’ Waterschappen Aa en Maas en De Dommel werken samen met de provincie Noord-Brabant, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail aan de waterhuishouding in de regio Vught-Helvoirt. ‘Die MIRT-projecten hebben gevolgen voor het water in het gebied,’ legt Henri van Wylick uit. Hij is senior adviseur stedelijk water bij waterschap De Dommel. ‘Er komen bijvoorbeeld meer verharde oppervlakken bij en verdieping van het spoor heeft ook invloed op de waterhuishouding. Het gebied staat al bekend om de wateroverlast bij bijvoorbeeld piekbuien. Toen het water in de grote rivieren in 1995 heel hoog stond, kwam het blank te staan en was de A2 afgesloten. Er ligt dus wel een opgave.’

‘MIRT-projecten hebben gevolgenn voor de waterhuishouding’

Innovatief convenant ‘Aanvankelijk werden de MIRT-projecten los van elkaar bekeken,’ vertelt Van Wylick. ‘Het waren twee projecten met twee opdrachtgevers. Maar inmiddels worden ze meer als één project benaderd.’ De betrokken partijen hebben een samenwerkingsconvenant getekend. Dat is een voorbeeld van hoe klimaatadaptatie bij grote, infrastructurele werken kan worden aangepakt. ‘Het convenant is uniek,’ benadrukt Bouwens. ‘Normaal zeggen we bij projecten: het gebied moet er na afloop niet slechter voorstaan. Nu maken we het gebied beter door er allemaal een extra stap voor te zetten. Bij het tot stand komen van dit innovatieve samenwerkingsconvenant heeft de provincie Noord-Brabant een cruciale rol gespeeld.’ De twee waterschappen gaan onder meer aan de slag bij Fort Isabella, aan de noordkant van Vught. Van Wylick: ‘We gaan de droge buitengracht van het fort herinrichten, zodat er weer water in komt te staan. We vullen het grondwater aan en er wordt een vijver aangelegd, die kan dienen als waterberging voor toekomstige woningbouwplannen in het gebied. Verder herstellen we de waterhuishouding van de lunetten, die deel uitmaken van Linie 1629 (aangelegd vanwege het succesvolle beleg van ’s-Hertogenbosch door stadhouder Frederik Hendrik van Oranje in 1629, red.). Alle partijen kunnen gebruikmaken van elkaars expertise. De opdrachtgevers kijken buiten de grenzen van de projecten en zoeken samen kansen en mogelijkheden om meerwaarde te scheppen.’

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel