Judith de Jong (l.) en Jane Alblas


Hoofdredactioneel commentaar

Ons stinkende best

Veel mensen denken bij het werk van de waterschappen aan groene dijken en indrukwekkende gemalen. Persoonlijk denk ik vooral aan poep. En word daar heel blij van. Daar zijn minstens drie redenen voor. Op 1 december was het 50 jaar geleden dat de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in werking trad. Al klinkt het niet heel spannend, dat heeft Nederland voor altijd veranderd. De wet, inmiddels vervangen door de Waterwet, verbood het zonder vergunning lozen van afvalstoffen, verontreinigende en schadelijke stoffen in oppervlaktewater. En… vanaf dat moment in 1970 kregen de waterschappen de taak toebedeeld van het zuiveren van afvalwater. Het bracht een grote omslag teweeg voor de sloten, kanalen, meren, beekjes en rivieren van Nederland. De Rijn stond toen bekend als “het riool van Europa”. De wateren werden “stinkende, giftige poelen” genoemd. En wat maakte het een verschil! Van dood water naar een gezond aquatisch ecosysteem. Mede dankzij de "drollenvangers" van de waterschappen. Een ander mooi iets dat waterschappen doen met onze poep en plas is het terugwinnen van energie en grondstoffen. De cellulosevezels uit wc-papier worden bijvoorbeeld gebruikt als grondstof voor isolatiemateriaal in de bouw of als afdruipremmer in asfalt. Bioplastics uit rioolwater kunnen ingezet worden voor afbreekbare netten en tasjes en als alternatief voor visserslood. En Kaumera, een nieuw soort grondstof gewonnen uit slibkorrels, kan water vasthouden en afstoten. Met vele mogelijke toepassingen in de land- en tuinbouw en de betonindustrie. Vergeet ook niet: rioolwater is een bron van gezuiverd water voor hergebruik. Hard nodig nu we steeds vaker met droogte kampen.

Tot slot is rioolwater meer dan ooit actueel omdat de waterschappen nu bemonsteren op coronavirusdeeltjes. Bij alle 318 rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn waterschappers minstens een keer per week in touw om monsters aan te leveren aan de waterlabo- ratoria. Het RIVM verwerkt de gegevens, die zijn terug te vinden op het Dashboard Coronavirus van de overheid. Zo kunnen besmettingshaarden en trends in specifieke regio’s vroegtijdig worden gesignaleerd. Nooit eerder kon iedereen meekijken met de cijfers die uit onze poep worden gehaald. Rioolwater kan in de toekomst nog veel meer trends rond gezondheid en waterkwaliteit in beeld helpen brengen. Denk aan drugsgebruik, bacteriën die resistent zijn voor antibiotica, microplastics en medicijngebruik. De Big Brown Data die de waterschappen in handen hebben zijn de kans om een chemisch en biologisch spoor te volgen en sociale trends in beeld te brengen. Mooi toch, de mogelijkheden van poep? De waterschappen doen er in ieder geval hun stinkende best voor. Judith de Jong, vormt samen met Jane Alblas de hoofdredactie

Deel dit artikel