Tekst Maurits van den Toorn

Beeld NP RES

Regionale Energiestrategie

Alleen ben je sneller, samen kom je verder

De dertig RES-regio’s

Zoektocht naar draagvlak

Waterschappen hebben grote ambities voor verduurzaming. Niet verwonderlijk dat ze een actieve partner zijn in de ontwikkeling van de Regionale Energiestrategie (RES). Het succes van de RES kunnen ze faciliteren door de verbindende rol te spelen die ze zo goed ligt. Met als neveneffect dat ze hun doelen op het gebied van klimaat, circulariteit en biodiversiteit nog efficiënter bereiken.

Kristel Lammers is programmadirecteur voor het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie (NP RES). Het NP RES heeft onderdak gekregen in het kantoor van de Unie van Waterschappen en ondersteunt de dertig regio’s bij het maken van hun Regionale Energiestrategieën voor de opwekking van duurzame elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en het ontwikkelen van de infrastructuur die daarvoor nodig is. Lammers schetst het verloop van het proces: ‘De RES-en zijn een instrument dat ontstaat uit een samenwerking tussen overheden, ondernemers en maatschappelijke partners om invulling te geven aan de afspraken uit het Klimaatakkoord. Alle regio’s zijn nu bezig met het opstellen van concepten. Die concepten hadden eigenlijk op 1 juni gereed moeten zijn, maar door de coronacrisis hebben we dat verruimd naar 1 oktober. Het is ondanks alle digitale mogelijkheden lastiger om nu met raadsleden, statenleden en algemeen bestuursleden goede gesprekken over de inhoud te voeren.’

‘Welke potentie heeft je gebied en wat kun je doen?’

Vormvrij

Het Nationaal Programma ondersteunt de regio’s met kaders en handleidingen voor het opstellen van een RES. ‘De dertig regio’s zijn “vormvrij” in de manier waarop ze hun ambities willen realiseren, maar het NP RES bekijkt en toetst of de afwegingen goed zijn gemaakt en hoe elke RES bijdraagt aan de doelstellingen voor het totaal. De resultaten moeten uiteindelijk wel passen in het netwerk en draagvlak hebben.’ De behandeling van de RES-en in raden, staten en algemeen besturen levert uiterlijk op 1 juli 2021 de RES 1.0 op. De ambities worden dan uitgewerkt in Omgevingsvisies en omgevingsplannen. Ook gaan overheden, energiebedrijven, -coöperaties en netbeheerders aan de slag met de concrete uitwerking. Lammers: ‘Daarna begint de uitvoering en gaan we echt met de poten de modder in. Als we eenmaal bezig zijn, volgt elke twee jaar een herijking op basis van de opgedane ervaringen en technische ontwikkelingen.’

Affiniteit

Het Nationaal Programma is gehuisvest bij de Unie van Waterschappen. Geen toeval, vertelt Lammers. ‘De waterschappen hebben veel affiniteit met dit onderwerp, ze zitten vanuit hun traditionele taken dicht bij het klimaat en zijn al bezig met verduurzamen. Ook streven ze als bestuurslaag ernaar om een verbindende rol te spelen en een partner te zijn in de netwerksamenleving. De rol verschilt overigens per regio, het ene waterschap neemt meer het voortouw dan het andere, ze kiezen zelf voor de invulling.’ ‘De Unie van Waterschappen heeft de afgelopen twee jaar veel input geleverd voor het Klimaatakkoord. Verder is de organisatie samen met de koepels van gemeenten en provincies VNG en IPO betrokken bij het proces om te zorgen dat er draagvlak voor de maatregelen ontstaat,’ vult Dirk-Siert Schoonman aan. Schoonman is heemraad bij waterschap Vallei en Veluwe en dagelijks bestuurslid van de Unie van Waterschappen. ‘Maar het succes is uiteindelijk afhankelijk van de 21 waterschappen en hun bereidheid om te investeren in de energietransitie.’ Schoonman vertelt over de investering die “zijn” waterschap doet. ‘We zijn bij zeven RES-en betrokken, vier helemaal in ons eigen gebied en drie samen met andere waterschappen. We hebben zelf al enige jaren de focus gelegd op het verminderen van ons energiegebruik. In februari 2019 zijn we samen met de gemeenten in ons gebied en de provincies Utrecht en Gelderland aan de RES begonnen. De concepten zijn inmiddels gereed en de grootste bijeenkomsten met stakeholders hebben we nog net voor het uitbreken van de coronacrisis kunnen houden.’

‘Je wilt niet alles
dichtleggen met
zonnepanelen’

Ambities

Wat bij het proces heeft geholpen is dat de gemeenten in Foodvalley en de waterschappen grote ambities voor verduurzaming hebben. Schoonman: ‘Het is een zoektocht: welke potentie heeft je gebied en wat kun je doen? Je moet onder meer rekening houden met de Natura 2000-gebieden in je regio en met de aanvliegroutes voor luchthavens. Je moet ook nadenken over de infrastructuur voor de elektriciteit; je zoekgebieden voor windmolens of zonnepanelen zijn soms niet het meest kostenefficiënt voor de aanleg van het benodigde elektriciteitsnet. Verder moet je rekening houden met zichtlijnen, met geluidsoverlast, en je wilt niet alles dichtleggen met zonnepanelen.’ ‘Het is een ingewikkeld proces, maar we zijn er met elkaar uitgekomen zonder dat er echte tegenvallers zijn geweest. We komen nu in de volgende fase: in hoeverre gaat het lukken om alles van onderop op te bouwen? Het is nu nog steeds nogal hoog over en tamelijk abstract. Nu we de uitvoering naderen wordt participatie echt belangrijk en moeten we alle stakeholders zien mee te krijgen.’

‘Weet van elkaar wat je aan het doen bent en discussieer mee over het grote geheel’

Aanjaagfunctie

Inmiddels is een aantal concept-RES-en openbaar. Zeeland is al een stap verder en heeft als eerste een RES 1.0. Gert van Kralingen van waterschap Scheldestromen legt uit hoe dat is gelukt. ‘We zijn al in 2017 begonnen, hadden medio 2018 een startdocument en op 31 oktober van dat jaar een publieksevenement met een hoge opkomst. Dat had een belangrijke aanjaagfunctie voor de RES. Een tweede belangrijke factor is dat de samenwerkende partijen elkaar al goed kennen. Het gebied van de RES is gelijk aan het gebied van het waterschap en dat is weer gelijk aan de provincie. En als derde punt kan ik noemen dat we al vroeg de opdrachten voor de sectortafels en de bottom-up dialoog met zo’n honderd uiteenlopende partijen hebben geformuleerd. Wat bij dit proces ook nog helpt, is dat de burgerparticipatie bij de opwekking van windenergie in Zeeland veel hoger is dan in de rest van het land.’ Elke RES heeft als vaste onderwerpen de verduurzaming van warmte in de gebouwde omgeving en de opwekking van duurzame elektriciteit. Op initiatief van de Zeeuwse partners is daar het onderwerp mobiliteit aan toegevoegd. Het waterschap heeft bij alle drie directe betrokkenheid. Van Kralingen: ‘De gebouwde omgeving is weliswaar in eerste instantie een zaak van gemeenten, maar wij kunnen daarop inhaken door aquathermie, zoals restwarmte van de waterzuivering, te gebruiken voor het verwarmen van huizen. En als het om de opwekking van elektriciteit gaat, kunnen we zonnepanelen plaatsen op de terreinen van de waterzuivering, daar is veel ruimte. Ook experimenteren we met zonnepanelen op het water en op dijken. En mobiliteit is in Zeeland een behoorlijke opgave, denk aan alle toeristen in de zomer. Daarvoor zijn de komende jaren veel meer laadpalen nodig, bij vakantiewoningen en op parkeerterreinen. Die terreinen liggen vaak in het duingebied en zijn eigendom van het waterschap.’

Anders werken

Betekent de betrokkenheid bij de RES-en dat de waterschappen de komende jaren op meer terreinen actief worden of anders gaan werken? Schoonman verwacht van niet. ‘Onze werkwijze zal niet ingrijpend veranderen, onze kerntaken blijven immers hetzelfde. Maar we hebben wel ambities als het gaat om de klimaattransitie, circulariteit en biodiversiteit. Als we nu aan de gang gaan met de energietransitie en de RES-en, dan kunnen we al die aspecten meenemen zodat we echt slim en toekomstbestendig bezig zijn. Vergelijk het met wegonderhoud: als de straat open ligt, voer je in één moeite door ook andere werkzaamheden uit.’ Ook Van Kralingen ziet het zo. ‘De betrokkenheid bij de RES-en is voor het waterschap een kwestie van verantwoordelijkheid nemen en meediscussiëren over het grote geheel. Je moet van elkaar weten wat je doet, het gaat er uiteindelijk om dat we gezamenlijk voor de Zeeuwse burger haalbare en betaalbare oplossingen bedenken. Ik vind het vanuit onze verantwoordelijkheid als rentmeester belangrijk om te zorgen voor de aarde van onze kinderen. Kortom, vanuit onze kerntaken dragen we graag constructief bij aan de energietransitie.’

image

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel