Tekst Jelle van der Meulen Beeld Hollandse Hoogte

Innovatie

Modderen met slib

= stappen zetten in duurzaamheid

De waterschappen hebben moeite met het verwerken van slib, de vervuilde modder die achterblijft na zuivering van rioolwater. Een gebrek aan capaciteit en internationale ontwikkelingen zorgen voor een overschot. Circulaire toepassingen en innovaties bieden uitkomst.

Jaarlijks hebben de waterschappen zo’n 1,4 miljoen ton zuiveringsslib te verwerken. Maar liefst 320 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) draaien dan ook continu op volle toeren om al het afvalwater van huishoudens en bedrijven te zuiveren. Dat proces verliep jarenlang gesmeerd, totdat in 2019 grote problemen ontstonden. ‘Tot dat moment was de hoeveelheid slib die ontstaat en die verwerkt wordt altijd goed in balans,’ zegt Jan Peter Speelman, voorzitter van de regiegroep Slibeindverwerking van de Vereniging van Zuiveringsbeheerders. ‘Maar doordat een aantal problemen tegelijkertijd ontstond, raakten we in de knel.’

Reeks problemen Het eerste probleem ontstond vlak over de grens: door de Energiewende (de Duitse transitie naar een schonere energievoorziening, red.) sloot de Duitse markt voor slibverwerking abrupt. ‘Niet eens zo’n groot aandeel van ons slib had Duitsland als bestemming, maar de centrales daar boden de speling die we nodig hebben als er fluctuaties optraden,’ legt Speelman uit. ‘En speling in de capaciteit is hard nodig: fluctuaties van 10 tot 20 procent zijn geen uitzondering. Met de huidige bezettingsgraad van de slibverwerkingsinstallaties – meer dan 90 procent – kan dit al snel tot problemen leiden.’ Daar kwam bij dat het opstarten van nieuwe Energiefabrieken, waarin het slib omgezet wordt in biogas, langer duurde dan verwacht. De afname van de af te voeren hoeveelheid slib verliep hierdoor trager dan verwacht. Ook de seizoenen speelden een rol: in het voorjaar is het voor waterschappen gunstig om minder slib in het systeem te hebben. Wanneer zij tegelijkertijd besluiten veel slib te willen afvoeren, creëert dat een piek in de afvoer. Bovendien kwam een grote installatie die slib verwerkt in de zomer van 2019 onverwacht stil te liggen, waardoor de slibproblematiek zich verdiepte.

‘Energiewinning uit slib levert dubbel voordeel op’

Innovaties en uitdagingen De Unie van Waterschappen is al langer bezig met het duurzaam en circulair verwerken van slib. ‘Het is een landelijk probleem waar, direct of indirect, alle waterschappen mee te maken krijgen,’ zegt Ruud van Esch, senior beleidsadviseur Waterketen en Circulaire Economie. ‘Vanuit de Unie willen we de slibproblematiek samen met de waterschappen aanpakken en oplossen. We hebben hierover contact met zuiveringsbeheerders, overheden, afvalbedrijven, en adviesbureaus over alle relevante ontwikkelingen.’ Om de slibproblematiek te lijf te gaan zoeken de Unie en de waterschappen naar duurzame en circulaire toepassingen en innovaties. ‘Door slib bijvoorbeeld te vergisten, kunnen we er energie uit winnen,’ vertelt Van Esch. ‘Daarvoor zijn de Energiefabrieken opgezet. Energiewinning uit slib levert dubbel voordeel op: enerzijds heb je duurzame energie, anderzijds vermindert simpelweg de hoeveelheid slib. Als we minder slib overhouden, hebben de bedrijven die het verwerken ook minder problemen. Dit is in mijn ogen dan ook de meest veelbelovende oplossing voor de (middel)lange termijn.’ Een andere oplossing – zeker voor de korte termijn – is het uitbreiden van de capaciteit. Op het oog misschien voor de hand liggend, maar volgens Van Esch niet zo doelmatig. ‘Natuurlijk kun je bijbouwen, maar dat duurt enkele jaren en kost heel veel geld,’ legt hij uit. ‘Je bent al snel vele miljoenen kwijt. Als dat je probleem maar voor een paar jaar oplost, is het die investering niet waard. Je hebt het wel over belastinggeld.’ Voor de juiste oplossingen dienen dan ook alle factoren te worden afgewogen. ‘Wat is de beste oplossing tegen de laagste maatschappelijke kosten, die ook nog voldoet aan de wetgeving?’

‘Superkritisch vergassen lijkt veelbelovend’

Robuust plan Bij een dergelijke complexe situatie kan de Unie de hulp van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gebruiken. Zo is na het wegvallen van de Duitse slibmarkt gevraagd of het rijk “rijksbaggerdepots” beschikbaar kan stellen in noodsituaties waarin de waterschappen het slib nergens anders kwijt kunnen. ‘Maar voorlopig loopt daar nog een onderzoek naar met Rijkswaterstaat, en is het probleem nog niet opgelost,’ zegt Van Esch. ‘Dat is wel zorgelijk: stel dat door de coronacrisis een verwerkingsbedrijf stil komt te liggen. Gelukkig is het nog niet gebeurd, maar we hebben wel een opslag- of stortlocatie nodig als er zich calamiteiten voordoen.’ ‘De problemen die we gehad hebben, mogen zich niet meer in die mate voordoen,’ vult Speelman aan. ‘We zijn daarom bezig met een robuust plan, waarin we samen met ministeries, de waterschappen, de Nederlandse slibverwerkingsbedrijven en alle andere betrokkenen twee doelstellingen willen behalen. In de eerste plaats willen we zorgen voor continuïteit, dat slib altijd gegarandeerd verwerkt kan worden. Daarnaast willen we nog meer stappen zetten in duurzaamheid, door zo veel mogelijk energie en grondstoffen terug te winnen uit het slib.’ Speelman noemt twee duurzame technieken die in de toekomst mogelijk uitkomst kunnen bieden. ‘Superkritisch vergassen lijkt veelbelovend: daarbij wordt onder zeer hoge druk en temperatuur slib direct omgezet in duurzaam gas. Een andere kansrijke innovatie is TORWASH, waarbij het slib op de zuivering direct wordt omgezet in een droge, groene brandstof en extra biogas en fosfaat kunnen worden gewonnen. Met dat soort duurzame innovaties, in combinatie met de bestaande methoden, kunnen we met een gerust hart uitkijken naar de toekomst.’

image

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel