Tekst Maurits van den Toorn

Beeld Shutterstock

CO2-neutraal

Tijd om uitstoot aan te pakken

Handdoekenservice en eigen fietsenmaker

De waterschappen werken hard aan het reduceren van hun CO2-voetafdruk. Bij grond-, weg- en waterbouwprojecten lopen ze als grote opdrachtgever zelfs voorop. Ook willen ze meer gaan investeren in duurzaam vervoer. Het past allemaal bij het “waterschapsgevoel” om Nederland leefbaar te houden.

In 2025 willen de waterschappen 100 procent energieneutraal zijn. Om dat te bereiken reduceren ze hun CO2-uitstoot, onder andere door het opwekken van biogas, plaatsing van windmolens en zonnepanelen en door maatregelen op het gebied van mobiliteit. Ruim een kwart van de CO2-voetafdruk van de waterschappen bestaat namelijk uit emissies van personen- en goederenvervoer. Tussen 2013 en 2018 is dat toegenomen met 30 procent, onder meer door groei van het aantal kilometers in het woon-werkverkeer. De totale CO2-uitstoot nam iets minder hard toe, met 26 procent.

Voor die groei zijn duidelijke verklaringen, vertelt Henkjan van Meer. Hij is beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen op het gebied van publiek opdrachtgeverschap, een thema dat sterk verbonden is met begrippen als duurzaamheid en circulariteit. ‘Er werken meer mensen bij de waterschappen dan een aantal jaar geleden en door de fusies van waterschappen en de groeiende samenwerking is het woon-werkverkeer gegroeid. Verder maken onze medewerkers meer vliegreizen door de groeiende internationale samenwerking. Zo delen we in de Blue Deal onze kennis over waterbeheer met onder meer Argentinië, Colombia, Zuid-Afrika en Ethiopië.’

‘Door de groeiende samenwerking is het woon-werkverkeer gegroeid’

Laadpalen

Tijd dus om de uitstoot aan te pakken. De Unie van Waterschappen zal daarbij als aanjager fungeren, maar de waterschappen zullen het uiteindelijk zelf moeten doen, maakt Van Meer duidelijk. ‘De 21 waterschappen hebben in november “ja” gezegd tegen het Klimaatakkoord. Dat betekent ook dat we als sector hier gezamenlijk mee aan de slag (moeten) gaan.’

Er zijn veel manieren om het mobiliteitsgedrag van de medewerkers te beïnvloeden. Minder parkeerplekken aanbieden bijvoorbeeld of een hogere kilometervergoeding voor elektrisch vervoer (of zelfs alleen nog maar voor elektrisch vervoer), samen met het plaatsen van laadpalen.

Overdekte fietsstalling

Anderzijds kunnen medewerkers worden “verleid” om met de (elektrische) fiets te komen door een beveiligde overdekte fietsenstalling dichtbij of in het pand, met een handdoekenservice en lockers voor kleding voor wie na aankomst even wil douchen, en misschien zelfs een eigen fietsenmaker in huis. Gebruik van het openbaar vervoer wordt aantrekkelijker door businesscards voor de trein in te voeren, zodat het omslachtig invullen van declaratieformulieren verleden tijd is. Komend jaar wordt onderzocht hoe de regels in de cao daarbij ondersteunend kunnen zijn.

Ook op andere terreinen van mobiliteit werken de waterschappen aan het terugbrengen van hun CO2-uitstoot, bijvoorbeeld door hybride of elektrische dienstauto’s in te kopen. Van Meer: ‘Voor trekkers en vrachtwagens kan dat (nog) niet, maar die kun je wel op biofuels laten rijden.’ Ook dat wordt al gedaan, maar hij relativeert de rol van de waterschappen hierbij: ‘We zijn hierin volgend. We zijn een te kleine markt om op dit gebied veel impact te hebben.’

‘We weten wat er van ons wordt verwacht, het gaat er nu om hoe we het gaan doen’

Opvallende acties

Waterschappen zetten soms opvallende acties op touw om hun CO2-voetafdruk te verkleinen. Zo organiseerde waterschap Brabantse Delta afgelopen zomer een autoloze dinsdag. De parkeerplaatsen bij het kantoor waren die dag alleen toegankelijk voor fietsen, carpool- en elektrische auto’s en de directie reed met elektrische auto’s heen en weer tussen station Breda en het kantoor om medewerkers te halen en te brengen. Een eenmalige actie die 16.000 kg CO2 scheelde.

Waterschap Zuiderzeeland heeft samen met CE Delft de duurzaamheids- en andere sociale effecten van de verschillende vervoermiddelen in kaart gebracht. Daaruit is gebleken dat (meer) gebruik van het openbaar vervoer samen met de inzet van elektrische leaseauto’s tot een significante duurzaamheidswinst leiden tegen kosten die weinig hoger zijn dan in de huidige situatie. Terwijl de flexibiliteit slechts beperkt afneemt.

Wetterskip Fryslân is al een stap verder. In 2018 is het besluit genomen om in 2023 alle auto’s op duurzame energie te laten rijden. Momenteel worden alle 180 bedrijfswagens daarom vervangen door exemplaren die elektrisch of op biogas rijden. Het biogas wordt in een eigen installatie uit rioolslib geproduceerd. Voor de dieselvoertuigen die er nog zijn wordt blauwe diesel gebruikt, ook bekend als Hydrotreated Vegetable Oil (HVO). Niet CO2-vrij maar wel fossielvrij. Dit is een brandstof die volledig wordt gemaakt uit hernieuwbare en duurzame grondstoffen als plantaardige afvalolie.

Duidelijke afspraken

Bij grond-, weg- en waterbouwprojecten ligt dat anders. Daarin lopen de waterschappen voorop, ook omdat ze samen met Rijkswaterstaat de grootste opdrachtgever in de waterbouwsector zijn. Zo is er een Green Deal Duurzaam Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) gesloten met ruim honderd organisaties in deze sector. ‘We zien dat de markt gaat bewegen, zo praat waterschap Rivierenland momenteel met aannemers over de inzet van elektrische of hybride kranen bij een dijkversterking en is ook het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden de mogelijkheden hiertoe aan het verkennen. Maar zoiets kost (veel) geld; ik merk dat aannemers bereid zijn te investeren in nieuw materieel, maar ze willen dan zeker weten dat ze die investering via gunningvoordeel kunnen terugverdienen. Dat gesprek begint op gang te komen, en in de uitvraag van projecten gaat zero emissie op termijn zeker een eis worden. Dat geldt ook voor circulariteit: in 2023 gaan we op circulariteit uitvragen en in 2030 ook daadwerkelijk daarop gunnen. Wat dat precies is en hoe we dat moeten doen, gaan we de komende jaren uitvinden.’

‘We leren als waterschappen momenteel om te gaan met nieuwe omstandigheden en snelle ontwikkelingen,’ aldus Van Meer. ‘Het is heel belangrijk om alle meer dan tienduizend collega’s daarvan op de hoogte te brengen. We weten wat er van ons wordt verwacht, het gaat er nu om hoe we het gaan doen.’ Hij is er optimistisch over dat het gaat lukken: ‘Het thema raakt aan het “waterschapsgevoel” om Nederland leefbaar te houden.’

Lees ook het interview met Henkjan van Meer en Ruud van Esch van de Unie van Waterschappen: "Circulaire Economie lééft bij de waterschappen".

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel