Tekst Harmke Berghuis en Jane Alblas

Beeld Blue Deal

Blue Deal

Droogtelessen uit Kaapstad

Leren gaat beide kanten op

Een jaar geleden werd het startsein gegeven voor de Blue Deal. Hoe verloopt het internationale programma en wat kunnen we er hier in Nederland van leren? ‘De manier waarop de Zuid-Afrikanen zijn omgegaan met de extreme droogte in Kaapstad twee jaar geleden was indrukwekkend.’

‘It is not where you start, but how high you aim that matters for success.’ Deze woorden van Nelson Mandela passen perfect bij het ambitieuze doel van de Blue Deal: 20 miljoen mensen in 14 verschillende landen helpen aan schoon, voldoende en veilig water. Dat doen de waterschappen samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat.

De waterschappen verdubbelden met de komst van de Blue Deal hun inzet in internationale projecten. Dat is niet zonder reden: uitdagingen als zeespiegelstijging, droogte, wateroverlast en bodemdaling kennen immers geen grenzen. Zo dragen de waterschappen en de ministeries een steentje bij aan beter waterbeheer wereldwijd.

Bovendien leidt de Blue Deal ook tot meer kennis over onderwerpen waar Nederland tot voor kort minder ervaring mee had. In 45 procent van de in totaal zeventien Blue Deal-partnerschappen staan waterverdeling en omgaan met droogte centraal.

‘In Nederland kunnen we leren van het stakeholderbeheer in Zuid-Afrika’

In Zuid-Afrika is waterbeheer een kwestie van overleg

Zuinig zijn met water is een halszaak

Kantje boord

Waterschapper Hans Waals is programmaleider voor het Blue Deal-partnerschap in Zuid-Afrika. Hij maakte droogte van dichtbij mee. ‘De manier waarop de Zuid-Afrikanen zijn omgegaan met de extreme droogte in Kaapstad twee jaar geleden, was indrukwekkend. Het water dreigde echt helemaal op te raken. Toen hebben de gemeente en het waterschap – in Zuid-Afrika heet dat een Catchment Management Agency (CMA) – de mensen continu gewaarschuwd en geïnformeerd. Ze hebben een cultuur weten te bewerkstelligen die het waterverbruik van de huishoudens meer dan gehalveerd heeft. Ze zijn niet van de ene op de andere dag van 100 naar 0 gegaan. Ze hebben het verbruik in fases teruggeschroefd. En ze hebben het gered. Day zero is nooit gekomen, maar het was wel kantje boord.’

Rijke boeren

Waals is zeer betrokken bij het partnerschap met Zuid-Afrika. Dat begon al jaren geleden, nog voor de Blue Deal bestond. ‘In de loop der jaren hebben we een goed netwerk opgebouwd in Zuid-Afrika. Daar bouwen we in de Blue Deal op voort in 4 projecten in het land. Onze inbreng is gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid. Dat doen we bijvoorbeeld door mensen te trainen voor beheer en onderhoud van rioolwaterzuiveringen.’

‘In Zuid-Afrika heb je heel grote culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen. Dat zie je ook terug in de verdeling van het water. 60 Procent van het beschikbare zoetwater gaat naar de landbouw en daarvan gaat 95 procent naar de rijke witte boeren. Andere bevolkingsgroepen hebben door het verleden een achterstand gekregen. Zij hebben niet de kennis om binnen dat krachtenspel voor hun belangen op te komen. Stakeholder empowerment speelt daarom een grote rol: het speelveld gelijk maken.’

Stakeholders

Misschien wel daardoor hebben de Zuid-Afrikanen een slimme manier gevonden om stakeholders te betrekken bij het waterbeheer. Daar kunnen we in Nederland een hoop van leren, vindt Waals. ‘Als wij in Nederland als waterschap met stakeholders praten, gaan we langs bij de gemeenten, de boerenorganisaties, de KvK, en we organiseren een inloopavond voor bewoners. Al die belangen weegt het waterschap vervolgens tegen elkaar af en maakt een beslissing. Niemand is echt tevreden, want niemand vindt dat zijn belangen helemaal zijn behartigd.’

‘In Zuid-Afrika pakken ze dat anders aan. Het CMA organiseert vier keer per jaar een bijeenkomst in de regio waarbij alle belangengroepen bij elkaar komen en aan elkaar uitleggen wat hun belangen zijn. Samen besluiten ze vervolgens wat dat betekent voor het waterbeheer. Op deze manier leren ze elkaar kennen en krijgen ze begrip voor elkaars situatie.’

‘Ik heb een keer zo’n sessie meegemaakt rond de droogte in een regio in Kwazulu Natal. Er waren nog geen acute problemen, maar wel het vooruitzicht daarop. De vertegenwoordigers van de agrarische sector legden uit wat de droogte voor hen zou betekenen. Ze deden een voorstel: als de agrarische sector, de industrie en de bevolking allemaal iets eerder hun waterverbruik verminderen, dan zou er meer water over blijven voor tijdens de écht droge periode. Alle groepen stemden daarmee in, vrijwillig. De mensen behartigen dus zelf het belang van goed waterbeheer.’

‘In 2022 kijken we of het programma op koers ligt’

Langjarig partnerschap

Leren gaat beide kanten op in de samenwerking met Zuid-Afrika. Dankzij de Blue Deal kunnen de Nederlandse en Zuid-Afrikaanse partners ook op lange termijn aan deze thema’s blijven werken. Tot en met 2030 wordt op basis van gelijkwaardige samenwerkingsverbanden met lokale partners gewerkt aan beter waterbeheer wereldwijd. In 2022 worden de voorlopige resultaten van het programma gepresenteerd en wordt bekeken of het programma op koers ligt om de doelen te halen.

Meer informatie over de Blue Deal of bekijk de filmpjes over de projecten.

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel