Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld Shutterstock
Van het gas af met TEO, TEA en TED
Aquathermie uit de startblokken
De waterschappen beheren belangrijke bronnen voor aquathermie en ze zijn zich aan het voorbereiden op het inzetten van deze duurzame energiebron. Dat bleek op het symposium TEA: aquathermie in een stroomversnelling dat de Unie van Waterschappen, Energie- en Grondstoffenfabriek, Netwerk Aquathermie en STOWA afgelopen herfst organiseerden in Apeldoorn. Grote (technische) struikelblokken lijken er niet te zijn, maar er zijn nog wel wat vragen.
Uit water kun je thermische energie winnen (TE). Daarvoor zijn drie bronnen te gebruiken: oppervlaktewater (TEO), afvalwater (TEA), en drinkwater (TED). Doordat Nederland relatief waterrijk is, kan aquathermie, naast andere duurzame energiebronnen, een belangrijke bijdrage leveren aan het halen van de klimaatdoelen en de daarmee verbonden energietransitie. Het principe achter aquathermie is eenvoudig. Door warmte en/of koude te winnen uit het water kun je in de winter gebouwen verwarmen en in de zomer koelen.
‘Bij de ontwikkeling van warmtenetten is snelheid geboden’
Lokale systemen Een deel van die bronnen, met name het afvalwater en een gedeelte van het oppervlaktewater, is in beheer van waterschappen. Die kunnen daarmee een rol van betekenis spelen in de energietransitie, zo bleek tijdens het symposium. Uit een toelichting van Nienke Maas (TNO Vector) op het advies van het Expertteam Energiesysteem 2050 aan demissionair minister Jetten, blijkt dat lokale warmte- en koudenetten de voorkeur verdienen in het toekomstige energiesysteem. Deze warmtenetten kunnen onder meer worden gevoed door aquathermie. De meer dan 300 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland liggen verspreid door het land en zijn daardoor uitstekend geschikt als bron voor lokale warmtenetten. Ze zijn een energiebron die nu grotendeels onbenut blijft, maar die steeds meer aandacht krijgt van gemeenten als vervanger voor aardgas.
Regie bij gemeenten In de nieuwe Warmtewet (de Wet collectieve warmtevoorziening) krijgen gemeenten de regie over warmtenetten. Dat heeft voordelen, bleek in een paneldiscussie met de Apeldoornse wethouder Danny Huizer (betrokken bij plannen voor een warmtenet op basis van TEA in de wijk Kerschoten), Detlef Meijer (Firan, dat warmtenetten bouwt), Anne Melchers (ministerie van EZK) en Ghada Sukkar (namens de Unie van Waterschappen). Warmtenetten hebben nu de naam duur te zijn, waardoor bewoners vaak meer interesse hebben in snelle individuele oplossingen zoals een warmtepomp. Maar onderzoek en ervaringen laten zien dat warmtenetten op de lange termijn een beter alternatief zijn. De praktijk in Denemarken en elders in Scandinavië bevestigt dat volgens Maas. In bijvoorbeeld Denemarken zijn de gemiddelde tarieven per gigajoule bijna twee keer zo laag als in Nederland (Denemarken: 25 euro/GJ gemiddeld, tegen Nederland net geen 50 euro/GJ gemiddeld). Betrokkenheid van een gemeente draagt bovendien ertoe bij dat dit alternatief voor aardgas voor iedereen beschikbaar is en niet alleen voor een selecte groep. Daarnaast kan de gemeente draagvlak creëren voor een collectieve oplossing als een warmtenet, vertelde wethouder Huizer uit eigen ervaring. De constructieve houding van Waterschap Vallei en Veluwe bij het project Kerschoten ondersteunt dat.
Snelheid geboden Draagvlak scheppen kost wel veel tijd (over het warmtenet voor de wijk Kerschoten wordt al acht jaar gepraat), terwijl snelheid bij de ontwikkeling van warmtenetten geboden is. Meijer merkte op dat de ontwikkeling van warmtenetten in Nederland achterloopt op andere landen. ‘Warmtepompen gaan hier als een speer, warmtenetten niet,’ constateerde hij. Dat betekent een risico voor het optimaal benutten van de mogelijkheden van aquathermie, want als er in veel huizen al een warmtepomp is geïnstalleerd, heeft de aanleg van een (duurzamer) warmtenet minder kans van slagen.
Governance en financiering In de paneldiscussie ging het ook over de financiering en de governance van aquathermieprojecten, en de vraag welke rol en houding waterschappen het beste kunnen aannemen. Meijer legde uit dat Firan samen met de gemeente Apeldoorn een bv wil opzetten voor een gepland warmtenet in de wijk Kerschoten. Die moet financieel gezond zijn, dus enig rendement is nodig. Maar hij voegde er op persoonlijke titel aan toe dat je het ook als een utiliteit kunt zien, net als bijvoorbeeld riolering, waarbij rendement geen kwestie is. Daarmee sloot hij aan bij een eerdere opmerking van wethouder Huizer: pas op dat in de besluitvorming over warmtenetten geld niet de enige afweging wordt. Er is ook een maatschappelijk belang in het geding.
‘Technische problemen zijn er niet, organisatorische en financiële vragen wel’
Leren door te doen In de presentatie van Patrick Blom (waterschap Vallei en Veluwe) over een aantal TEA-projecten, kwam naar voren dat een actieve houding van waterschappen rond aquathermieprojecten belangrijk is. Je kunt als bronhouder het beste direct met de andere betrokkenen aan tafel zitten, in plaats van afwachten of er belangstelling is voor bijvoorbeeld een TEA-project. Hij zegt erbij dat waterschap Vallei en Veluwe alleen in een warmtenet stapt als de gemeente daarbij betrokken is. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden stelt zich iets anders op, en wil alleen optreden als bronhouder en vergunningverlener, zo vertelde Eric van der Zandt van het hoogheemraadschap naar aanleiding van een groot TEA-project in Utrecht. Producent van warmte wil het hoogheemraadschap niet worden, want in die rol zou de organisatie (mede)verantwoordelijk worden voor de leveringszekerheid aan de afnemers. Andere juridische vragen zijn volgens hem goed op te lossen. Waterschap Vallei en Veluwe heeft intussen de nodige ervaring met TEA-installaties. Zo is er bijvoorbeeld meer dan 20 jaar geleden een TEA-installatie gerealiseerd om het eigen hoofdkantoor van Vallei en Veluwe van warmte én koude te voorzien uit effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie Apeldoorn. Deze werkt nog steeds goed, zonder veel onderhoud of problemen.
Startblokken Al met al maakte het symposium duidelijk dat aquathermie in de startblokken staat. Technische problemen zijn er niet, organisatorische en financiële vragen nog wel, maar die zijn oplosbaar. En de Wet collectieve warmtevoorziening kan grootschalige toepassing via collectieve warmtenetten, waarover de gemeenten de regie krijgen versnellen, met de waterschappen als bronhouders.