Tekst Jelle van der Meulen Beeld Shutterstock
Blik op innovatie
Van buitenaf
De waterschappen werken met tal van partners samen aan hun taken. Hoe kijken deze partners aan tegen het innovatief vermogen van de waterschappen? Uit gesprekken met Puur Water & Natuur en Verboon Maasland komt een wisselend beeld.
Hoe kijken externe partijen naar innovatie die plaatsvindt bij de waterschappen?
Om te zorgen voor een toekomstbestendige watervoorziening, draait het werk van drinkwatertechnoloog Ruud van der Neut van drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder Puur Water & Natuur (PWN) grotendeels om drie V’s: versterken, vergroten en verminderen. Dat betekent: meer buffers creëren, de capaciteit uitbreiden en water besparen. Allemaal met één doel: een robuust drinkwatersysteem, waarin burgers en industrie (waar nodig) over voldoende, kwalitatief hoogstaand drinkwater beschikken. ‘Aan andere partijen, die geen water van drinkwaterkwaliteit nodig hebben, willen we in de toekomst water van andere kwaliteit leveren.’ Met het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) heeft PWN net een succesvolle pilot afgerond: Ge(O)zond Water. Daarin is onderzocht of geavanceerde drinkwatertechnieken van PWN ook kunnen worden ingezet voor het verwijderen van microverontreinigingen uit afvalwater. Van der Neut: ‘De volgende vraag stond centraal: kunnen we met verregaand gezuiverd RWZI-effluent de kwaliteit bereiken van proceswater, dat we kunnen inzetten voor andere doeleinden dan drinkwater? Waarmee we ook onze schonere bronnen voor drinkwater kunnen blijven gebruiken? Het is gelukt om van verregaand gezuiverd RWZI-effluent industriewater te maken, dat is winst.’
‘Ons eindproduct, schoon drinkwater, is na gebruik voor de waterschappen het beginproduct’
Volwaardige partners Voor Van der Neut en Jojanneke van Mourik, teammanager communicatie, is het een goed voorbeeld van hoe PWN met andere partners, de waterschappen incluis, probeert te innoveren. Daarbij treden de samenwerkende partijen op als volwaardige partners, legt Van Mourik uit. ‘We hebben een verband, Puur en Zuiver, waarin we ook op bestuurlijk niveau kijken waar we samen kunnen werken of elkaar kunnen versterken.’ Van der Neut voegt toe: ‘En als er een gezamenlijke klant komt, gaan we daar als één partij, één loket, naartoe.’ Mooi, vindt Van der Neut, dat je elkaar versterkt in de waterketen. ‘Ons eindproduct, schoon drinkwater, is na gebruik voor waterschappen een beginproduct. Wil je daar iets mee, dan begin je door het er gewoon een keer met de benen op tafel over te hebben. Bij HHNK was onmiddellijk heel veel energie, uit intrinsieke motivatie en versterkt door de Ketenaanpak medicijnresten uit water. Bij ons was die energie er natuurlijk ook: zo komt gezamenlijk zo’n mooie innovatie tot stand.’
Welke type water? Met andere waterschappen was die ervaring er voorafgaand aan de pilot (in 2016) niet. HHNK behoorde tot de koplopers, andere waterschappen stelden zich erg defensief, afwachtend of weinig betrokken op, stelt Van der Neut. Voor het industriewater is in Noord-Holland helaas nog geen passende klant gevonden, dus stopt dat project nu voor PWN. Maar het juiste water voor het juiste gebruik blijft de inzet, wellicht ook van nieuwe pilots, vertelt Van Mourik. ‘Met HHNK en een bedrijf dat groente wast zijn we nu in gesprek. Welke processen hebben welk type water nodig? Dat zijn heel mooie voorbeelden, die misschien bijdragen aan het realiseren van onze ultieme droom: de waterketens sluiten.’
Innovatie aanjagen Arno Schnitker is tender- en procesmanager bij Verboon Maasland. Pas nog dong deze aannemer mee naar een raamcontract voor baggerwerkzaamheden van het hoogheemraadschap van Delfland, vertelt hij. Bedrijven kregen een stevige fictieve korting (kortingen op de inschrijfsom die je verkrijgt door aan bepaalde criteria te voldoen) als ze het werk emissieloos konden uitvoeren. ‘Duurzamer werken vraagt om investeringen,’ legt Schnitker uit. ‘Als waterschappen daar ruimte aan bieden, komen we verder.’ Het is een goed voorbeeld van hoe waterschappen innovatie kunnen aanjagen, stellen Schnitker en omgevings- en projectmanager Caroline Klompenhouwer. ‘Wij leren van overheden dat we bepaalde stappen moeten zetten,’ zegt Klompenhouwer. ‘Door te sturen op innovatie, dwing je aannemers – die van oudsher best traditioneel zijn – en creëer je een gelijk speelveld.’ Schnitker voegt toe: ‘Dat wij als organisatie zover zijn met emissieloos materieel, komt mede door het hoogheemraadschap van Rijnland. Bij een aanbesteding jaren geleden was emissieloos simpelweg de eis. Wij wonnen die aanbesteding niet, maar realiseerden ons: dit is de toekomst, op deze voet gaan we verder.’ De afgelopen jaren heeft Verboon Maasland tal van duurzame innovaties en pilots weten te realiseren.
‘Wil je echt innoveren, dan kun je niet voor een dubbeltje op de eerste rij’
Duurzaamheid is duur Waar eerdergenoemde waterschappen vooroplopen, staan andere minder te springen om samen met partners te innoveren. Best vreemd, zegt Klompenhouwer. ‘Gezien de vraagstelling en problematieken van deze tijd, verwacht je dat overheden allemaal op dezelfde manier waarde hechten aan innovatie en duurzaamheid.’ In de ervaring van Klompenhouwer en Schnitker is dat niet altijd het geval. ‘Duurzaamheid – waar natuurlijk veel innovatie over gaat – en goedkoop gaan nog niet samen,’ weet Klompenhouwer. ‘Sommige waterschappen dragen innovatie en duurzaamheid wel uit, maar willen ook voor een dubbeltje op de eerste rij. Dat gaat niet samen. Wanneer wij investeren in duurzamer materieel, dan moet dat ergens terugkomen in de tariefstelling. Maar het komt voor dat een andere aannemer de klus krijgt, omdat zij nog met ouder – en dus goedkoper – dieselmaterieel werken.’ Vergelijk je het met andere overheden, met wie Verboon Maasland ook samenwerkt, dan zijn sommige waterschappen toch ‘een beetje stroperige organisaties’, stelt Klompenhouwer. ‘Het is niet bij iedereen bekend wat de taken van de waterschappen zijn of waar ze voor staan. Dat komt denk ik deels door inhuur van mensen van buitenaf, door de personeelstekorten waar iedereen last van heeft. Mensen van buiten de organisatie worden afgerekend op resultaat, niet op betrokkenheid.’ En tot slot: innoveren doe je samen. ‘Zoek elkaar op, werk veel meer samen met andere partijen, trek samen op om die doelen te bereiken,’ vindt Klompenhouwer. ‘Denk niet in beperkingen, maar in plaats daarvan: toon lef!’