Tekst Harmke Berghuis
Beeld Jeroen Kuit
Meelopen met… Ferdinand Kiestra
Toekomstmaker
Om de razendsnelle ontwikkelingen in de wereld bij te benen of zelfs voor te zijn, is innovatie bij de waterschappen van essentieel belang. Ferdinand Kiestra is innovator bij waterschap Aa en Maas. ‘Wij verbinden een radicaal idee met een organisatie die daar misschien nog niet klaar voor is.’
Van droogte tot Artificial Intelligence, van de potentiële waarde van effluent tot duurzame energievoorziening: Een innovator bij een waterschap houdt zich bezig met een schare aan interessante onderwerpen. Maar aan één ding ontkomt de innovator in ieder geval niet, vertelt Ferdinand Kiestra lachend. ‘Je moet een hoop ouwehoeren; ik ga het ene overleg uit en het andere weer in. Mijn agenda zit behoorlijk vol, maar dat verbinden in en tussen organisaties is juist wat mijn vak zo mooi maakt.’
Moeten en willen Want dat is waar innovatie om draait, meent Kiestra. Daarbij zijn er twee sporen. ‘Je hebt moeten en willen. Wanneer iets verandert – in Brabant hebben we bijvoorbeeld de laatste jaren veel te maken met droogte – moeten we daar iets mee, anders gaat het mis. Aan de andere kant zien we natuurlijk nieuwe mogelijkheden – en daar willen we iets mee.’ Toen Kiestra begon bij het waterschap, werkte hij bij de afdeling strategie waterketen. Officieel draaide zijn werk toen ook om innovatie. ‘Maar ik noem het meer verbeteringen van het bestaande. Bij verbeteringen en optimalisaties gaat het erom de huidige processen zo goed mogelijk uit te voeren en stel je daarbij de vraag: doen we de dingen goed? Innovatie gaat juist over nieuwe dingen, dus stellen innovatoren de vraag: doen we de goede dingen?’
‘Je moet een hoop ouwehoeren; ik ga het ene overleg uit en het andere weer in’
Weerstand Waar verandering plaatsvindt, is ook weerstand. Bij waterschap Aa en Maas is dat niet anders. ‘Weerstand is inherent aan innovatie,’ weet Kiestra. ‘Alles wat nieuw is, is voor de business – waar het draait om goedkoop, veilig en betrouwbaar – een pijnpunt. Bij iedere innovatie springt het volledige immuunsysteem van de organisatie aan: het vormt een mogelijke bedreiging voor uitvoerders, maar ook op juridisch en financieel gebied.’ Juist daarom is Kiestra blij met hoe innovatie georganiseerd is bij zijn eigen waterschap. Innovatie is daar de directe verantwoordelijkheid van de directie en het bestuur. ‘Zij, en niet de afdelingen, maken de afweging of we een nieuwe lijn moeten volgen of dat we het houden bij business as usual. Aan ons innovatoren de taak om te verbinden tussen een radicaal idee en een organisatie die daar nog geen zin in heeft of niet klaar voor is. Dat is het mooie van ons vak.’
Ambidexter Waterschappen zijn over het algemeen niet de meest vooruitstrevende organisaties. Voor innovatoren is het daarom laveren tussen de verschillende belangen en doelen. Ambidexter, noemt Kiestra dat. ‘Organisaties moeten links- en rechtshandig zijn. De ene hand bedient de business en zorgt dat we onze taken goed voor elkaar hebben en blijven verbeteren. De andere hand innoveert: doen we nog steeds de goede dingen? Werken beide handen goed samen en zijn ze goed georganiseerd, dan heb je een succesvolle organisatie die maatschappelijke waarde blijft toevoegen.’ De droogte in Brabant is een mooi voorbeeld van de beide handen die zoeken naar een evenwicht, legt Kiestra uit. ‘Je moet er iets mee – business – maar we willen er ook iets mee – innoveren. We zouden bijvoorbeeld effluent slim in kunnen zetten en zo meer optreden als waterleverancier voor de industrie. Maar dat idee vinden we nog best spannend met z’n allen. Het kan toch geframed worden als gerecyclede poep en pies, als je niet oppast. Het mag nu bovendien nog niet bij wet, maar het geeft wel de potentie aan van onze mogelijkheden.’
Vlak na dit interview werd Ferdinand Kiestra uitgeroepen tot Toekomstmaker van het jaar 2023. Hij kreeg deze titel vanwege zijn vermogen ‘achter de horizon te kijken, het complexe verhaal simpel te vertellen, mensen mee te nemen en altijd door te zetten’
‘Bij iedere innovatie spring het volledige immuunsysteem van de organisatie aan’
Cultuur Kiestra en zijn collega’s doen het innoveren niet alleen: geregeld organiseren ze challenges waarin anderen ideeën kunnen opperen en soms dragen collega’s of bestuursleden zelf iets aan. ‘Het is heel belangrijk dat je een cultuur van innovatie creëert,’ legt Kiestra uit. ‘Dat is een cultuur waarin je nieuwe dingen met elkaar bespreekt, waarin er openheid en enthousiasme is om iets te proberen en wanneer het misgaat, je elkaar daar niet gelijk op afrekent.’ Daar is een lange adem voor nodig. Kiestra ziet het af en toe gebeuren bij andere organisaties: ze stellen een innovator aan, maar na 1 of 2 jaar is die alweer vertrokken. ‘Als je tegen de bierkaai moet vechten en in je eentje tegen de hele organisatie moet zeggen dat het anders moet, dan wordt het lastig. Zeker als directie en bestuur je niet dekken, krijg je als innovator een zwaar leven.’
Nieuwe accenten Voor de verkiezingen in november vorig jaar deed de Unie van Waterschappen alvast een oproep aan een nieuw kabinet: kijk vooruit naar het jaar 2100 en neem op basis daarvan toekomstbestendige besluiten. Een leuk gedachte-experiment, meent Kiestra, maar hij plaatst twijfels bij het nut. ‘Met hoe snel ontwikkelingen nu gaan, is het al moeilijk om 10 jaar vooruit te plannen. 2100 is zo ver weg, dat kan alle kanten uitvliegen. Het belangrijkste is om te bedenken dat alles wat nu een vaste waarde is, zo onder je voeten vandaan kan glijden.’ Een nieuw kabinet zal mogelijk niet veel belang hechten aan natuur, of aan waterschappen die meer doen dan hun kerntaken uitvoeren. Kiestra maakt zich er vooralsnog weinig zorgen om. ‘We hebben de weg van innovatie jaren geleden in gang gezet. Ik betwijfel of de boel nou echt drastisch gaat veranderen, maar er komen ongetwijfeld nieuwe accenten. Innovatie ent zich op de maatschappelijke behoefte, dus daar bewegen we gewoon in mee.’