Tekst Maurits van den Toorn Beeld Shutterstock
Praktisch op weg naar klimaatneutraliteit
Circulair samen
Waterschappen beheren veel objecten oftewel assets, zoals rwzi’s, persleidingen, gemalen, beschoeiingen en waterkeringen. Die bevatten een grote voorraad aan bijbehorende materialen en verbruiken er ook veel tijdens het beheer, aanpassing en/of vernieuwing. Het streven is om deze assets circulair te beheren. Dat wordt gedaan door middel van klimaatneutraal en circulair assetmanagement en opdrachtgeverschap (KCAO).
Werk aan assets van waterschappen dient emissieloos te worden uitgevoerd
STOWA heeft onderzoek gedaan naar de bouwmaterialen in de assets van zes waterschappen (Delfland, Hollands Noorderkwartier, Noorderzijlvest, Vallei en Veluwe, Amstel, Gooi en Vecht en Zuiderzeeland). Daardoor is duidelijk geworden hoeveel materialen er met de objecten gemoeid zijn en wat de bijkomende milieueffecten daarvan zijn. Met die kennis zullen de waterschappen en hun ketenpartners de komende jaren op duurzame wijze aan hun dijken, watersystemen en installaties werken. Het ontwerpen, bouwen en aanleggen, het onderhoud en de verwijdering gebeuren in de nabije toekomst op basis van klimaatneutraal en circulair assetmanagement (KCAO).
‘Welke maatregelen hebben impact op klimaat en grondstoffengebruik?’
Einddoelen Achtergrond van het KCAO zijn het Klimaatakkoord en het Grondstoffenakkoord, met tussen- en einddoelen in 2030 en 2050. Alle waterschappen onderschrijven de beleidsdoelen in deze akkoorden. ‘Ze kunnen met het STOWA-onderzoek nu nog gerichter aan de slag,’ vertelt Evert Swart, die als adviseur duurzaam opdrachtgeverschap het proces vanuit het KCAO-kernteam mede begeleidt en al decennia in de waterschapswereld werkt. ‘Het onderzoek maakt immers duidelijk welke maatregelen de meeste impact hebben op klimaat en grondstoffengebruik. Met circulair assetmanagement gaan we dat systematischer aanpakken en praktischer vormgeven.’
Uitdagingen Bij alle objecten hebben de waterschappen ‘circulaire en klimaatneutrale uitdagingen,’ zoals Swart het noemt. ‘KCAO maakt de tot dusverre soms wat abstracte beleidsuitdagingen concreet. Een simpel en al lang bekend voorbeeld is de overgang van auto’s en graaf- machines die diesel gebruiken naar emissieloze voertuigen en werktuigen, maar straks is ook veel concreter uitgewerkt hoe je een compleet gemaal op een realistische manier circulair en klimaatneutraal kunt bouwen en beheren. Deze concretiseringsslag kunnen we als waterschappen het beste samen doen.’ ‘Door kennis te delen en door eenduidigheid na te streven kunnen we als waterschappen op een vergelijkbare manier onze taken realiseren. Die eenduidigheid maakt ook het samenspel tussen de markt en de waterschappen effectief en (kosten)efficiënt.’
Uitkomsten vertalen De ambities en de opdracht zijn duidelijk. Om de uitkomsten van het onderzoek te vertalen naar de praktijk zijn vijf werkgroepen gevormd, elk met begeleiding van een ingenieursbureau. Elke werkgroep kijkt naar één specifiek object waarmee de waterschappen impact kunnen maken. Dat zijn waterkeringen, transportleidingen, gemalen, rwzi’s en oeverconstructies. Swart: ‘In die werkgroepen en bijhorende stuurgroepen zitten bij elkaar ongeveer honderd ervaren waterschapscollega’s, terwijl er een “buitenring” is van nog eens tweehonderd vakmensen die het proces actief volgen. Via LinkedIn en een nieuwsmail houden we iedereen op de hoogte. Het streven is dat de werkgroepen in de loop van de zomer met hun rapporten komen.’ Het is niet alleen een kwestie van techniek. Swart: ‘Bij elke werkgroep is ook een stuurgroep die naar inbedding kijkt in het opdrachtgeverschap, want degenen die erover gaan moeten ook weten waarom ze het doen en hoe een en ander het best kan worden ingebed in de programmering en planning en control cyclus van de afzonderlijke waterschappen.’ ‘Er is al veel kennis en ervaring via voorbeeldprojecten beschikbaar, het gaat er nu om dat we die kennis bundelen en het kaf van het koren scheiden. Anders gezegd: de juiste innovaties hebben we al grotendeels, het is nu een kwestie van opschalen en ermee aan de slag gaan.’
‘We hebben ruimte nodig om onderweg te leren van de ervaringen’
Koers Daarmee is het niet klaar, het is een continu proces. Circulair assetmanagement is een transitie. Bovendien worden door opschaling dingen die nu nog duur zijn goedkoper. Swart: ‘Alle waterschappen hebben zich aan het proces gecommitteerd. Critici zullen dat misschien te vrijblijvend vinden, maar het glas is wat mij betreft echt halfvol. Je kunt zo’n proces als dit niet vastleggen in wet- en regelgeving omdat het voor een belangrijk deel maatwerk is. We hebben ruimte nodig om onderweg te leren van de ervaringen.’ Bovendien is het verloop ervan afhankelijk van de context waarin een waterschap opereert, sommige maatregelen zijn bij de een effectiever dan bij de ander. Dit is echt majeur, het gaat over veel geld en over de koers die we als waterschappen de komende jaren inzetten.’