Tekst Jelle van der Meulen Beeld Shutterstock en Hollandse Hoogte

Dode vissen en infectieziektes

Waterkwaliteit in de toekomst steeds vaker beneden peil

Klimaatverandering beïnvloedt niet alleen het waterpeil, maar ook de waterkwaliteit. Om die te handhaven zullen we in de toekomst meer moeite moeten doen, blijkt uit onderzoek van waterschap Hollandse Delta. Bovendien rijst de vraag of waterschappen alle huidige functies van water ook in de toekomst kunnen garanderen.

Droge zomers, heftige stortbuien en hogere temperaturen hebben vergaande gevolgen voor het waterbeheer en de waterkwaliteit, zegt Mieke van der Laan, beleidsadviseur waterkwaliteit bij waterschap Hollandse Delta. ‘Dat ondervinden waterschappen al langer, maar ook gemeenten krijgen er steeds meer last van.’ Om die reden is het waterschap een onderzoek gestart om in kaart te brengen wat ze kunnen verwachten en hoe ze in kunnen spelen op veranderende omstandigheden. ‘Een klein deel gaat over oplossingen, maar eerst is het belangrijk om een expliciet beeld te hebben van wat er op ons af gaat komen,’ legt Van der Laan uit. ‘Er zijn natuurlijk algemene effecten van klimaatverandering, maar je moet ook per gebied kijken wat er relevant is en wat daar te gebeuren staat.’

‘Met gemeenten, inwoners en bedrijven willen we tot een handelingsperspectief komen’

Verarming biodiversiteit De opwarmende aarde heeft als logisch gevolg dat ook de temperatuur van het water toeneemt. Dat beïnvloedt het ecosysteem in het water: er worden meer nutriënten aangevoerd, wat zorgt voor meer algen en kroos in het water. ‘Dat zorgt voor een verarming van de biodiversiteit,’ zegt Fred Kuipers, adviseur waterkwaliteit bij waterschap Hollandse Delta. ‘Ook kan er zuurstofloosheid in het water ontstaan.’ Omdat de warmte vooral speelt op de bovenste laag van het water, ontstaat bovendien stratificatie (laagvorming), vooral in grotere wateren. Zo kan het gebeuren dat de onderste laag van een meer geen contact meer heeft met de bovenkant, waardoor het water onder de bovenste laag eerder en langer zuurstofloos wordt. Kuipers: ‘Het gevolg daarvan is dat dieren moeite krijgen te overleven. Daarnaast kan fosfaat uit de bodem vrijkomen, dat zich in een koude periode naar de bovenste waterlaag verplaatst. Algen hebben daardoor in de zomer meer voeding.’ Met name de toename van blauwalg is zorgelijk, omdat grote hoeveelheden kunnen zorgen voor gezondheidsklachten bij mensen, als ze ermee in aanraking komen.

‘Voor veel partijen is klimaatadaptatie ongrijpbaar en onbekend’

Functies van water De veranderende omstandigheden en kwaliteit van het water roept een belangrijke vraag op voor de waterschappen: kunnen zij alle huidige functies van water ook in de toekomst garanderen? Het is waarschijnlijk dat niet alle gebruiksfuncties in dezelfde mate blijven bestaan, denkt Bart Mol, strategisch adviseur klimaat bij waterschap Hollandse Delta. ‘Ze zullen niet binnen nu en 10 jaar veranderen, maar toch is het iets om al over na te denken. In ons gebied hebben we nu nog voldoende zoet water, maar als dat elders niet zo is, kan ik me voorstellen dat bepaalde gebruiksfuncties kunnen veranderen. Pleinen, parken of parkeergarages kunnen bijvoorbeeld naast hun huidige functie ook dienen als waterbuffers.’ Het is dan ook van groot belang dat niet alleen de waterschappen, maar ook andere partijen doordrongen zijn van de gevolgen van klimaatverandering in de omgeving, vindt Mol. ‘Voor veel partijen is klimaatadaptatie – waar ook het watervraagstuk onder valt – nog ongrijpbaar en onbekend. Vroeger werd gedacht: de overheid regelt het allemaal wel. Maar zo werkt het niet meer. De hoeveelheid water die valt kunnen wij simpelweg niet alleen aan. We hebben iedereen heel hard nodig: gemeenten, natuurorganisaties, woningbouwverenigingen, bedrijven, maar ook de inwoners.’

Onvoorziene gevolgen           Waterschap Hollandse Delta neemt, samen met Waternet en waterschap Noorderzijlvest, deel aan een landelijk onderzoek, dat geleid wordt door het RIVM. Het onderzoek, waarvoor Hollandse Delta en de gemeente Hoeksche Waard input leveren, richt zich op de effecten van klimaatadaptieve maatregelen op de stedelijke waterkwaliteit. ‘Klimaatadaptatie kan onbedoelde en soms negatieve effecten hebben,’ zegt Lisette Louwman, beleidsadviseur ruimtelijke adaptatie bij het waterschap. ‘Het is daarom belangrijk meer kennis te vergaren. Het zou zonde zijn als we nu allerlei maatregelen treffen die later niet goed blijken te zijn voor de waterkwaliteit.’ De aanleg van meer watergangen of wadi’s kan volgens Louwman bijvoorbeeld meer en andere vogels aantrekken, waardoor mogelijk infectieziektes kunnen ontstaan. ‘En zeker met meer warme zomers, zoals we dit jaar meegemaakt hebben, willen gemeenten zo veel mogelijk zwemwaterkwaliteit garanderen, bestemd voor recreatie. Maar dat is niet altijd realistisch. Ook in steden kun je niet alle gebruiksfuncties van water garanderen, als je geen maatregelen treft.’

Schouders eronder Dat de waterkwaliteit achteruitgaat door klimaatverandering, staat inmiddels wel vast. En in stedelijk gebied is de ruimte om oplossingen te bieden vaak beperkter dan in de regio. Louwman: ‘Het is positief dat we ons voorbereiden op de toekomst, maar we moeten alle aspecten meenemen en kijken welke effecten maatregelen hebben. We hebben allemaal een belang bij water van hoge kwaliteit en zijn er allemaal verantwoordelijk voor. Met de kennis uit ons onderzoek willen we daarom tot een handelingsperspectief komen om met z’n allen – waterschappen, gemeenten, inwoners en bedrijven – de schouders eronder te zetten en op die manier onze hoge waterkwaliteit te behouden.’

image

Gerelateerde artikelen