Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Van ver weg kun je meer zien

Vanuit de ruimte kun je heel veel zien op aarde, bijvoorbeeld of sloten niet dichtgroeien. Handig, want als je weet waar vegetatie in een watergang zit en waar niet, kun je gerichter werken bij de aanpak ervan. Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard gebruikt daarom satellietbeelden.

‘We zijn er vorig jaar mee begonnen als pilot,’ vertelt projectleider Gijsbert Plaisier. ‘Waterschap Drents Overijsselse Delta was al bezig met het analyseren van satellietfoto’s, maar daar keken ze naar één foto per 25 meter. Wij kijken elke meter na. We zitten ook in een heel andere omgeving, bij ons is er bijna alleen maar landbouw en stedelijk gebied. Wij kopen satellietfoto’s in en stoppen die in een softwaremodel dat de watergangen en vegetatie zichtbaar maakt. Elke pixel wordt bekeken. Zo kun je zien of een watergang schoon is, of dat er vegetatie is die je moet onderzoeken.’ Het hoogheemraadschap kan zo veel efficiënter werken, aldus Plaisier. ‘Jaarlijks doen wij een schouw van onze watergangen. Voorheen moesten we dan veel personeel inzetten om buiten alles te bekijken. Nu kunnen we onze mensen veel gerichter op pad sturen, want dankzij de satellietschouw weten we welke watergangen we kunnen overslaan omdat ze schoon zijn, en welke we nog nader moeten bekijken. We kunnen daardoor ons werkproces beter inrichten, en hebben meer tijd om andere overtredingen aan te pakken.’ Nadeel is wel dat ze de schouw in het najaar doen. Plaisier: ‘Als er veel bewolking is, krijg je geen goede foto. En in de herfst staat de zon lager waardoor je meer schaduwwerking op de grond hebt, wat de beeldanalyse moeilijker maakt. Als alternatief zou je bijvoorbeeld drones kunnen inzetten, maar dat is niet zo gemakkelijk, want daar gelden veel regels voor. Je mag niet zomaar ergens gaan vliegen.’

‘We weten nu welke watergangen schoon zijn en welke niet’

Duur

‘De satellietfoto’s zijn nu nog duur, het zou beter zijn als we die centraal voor heel Nederland zouden inkopen,’ vindt Plaisier. Dat ziet hij op termijn wel gebeuren. ‘Andere waterschappen zijn hier ook in geïnteresseerd. En het is niet alleen voor waterschappen van belang, ook Rijkswaterstaat kan de foto’s gebruiken. De komende jaren gaan we de toepassing van de beelden samen met andere organisaties verder ontwikkelen, zodat je bijvoorbeeld kunt zien hoe diep een watergang is. Of waar precies vervuiling zit zodat je burgers en bedrijven rechtstreeks kunt aanspreken, of waar zich in de zomer blauwalg verspreidt.’

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel