Tekst Harmke Berghuis Beeld Shutterstock

Snelle babbeljongens of ambassadeurs van publiek goed?

‘Een lobby draait om het juiste moment, de juiste plek en de juiste boodschap’

Bij de Europese Unie in Brussel lopen zo’n 15.000 lobbyisten rond. Slechts twee daarvan werken voor de waterschappen. Krijgen zij iets voor elkaar? Hoe hebben ze impact op besluitvorming?

De Europese Green Deal, de Kaderrichtlijn Water, het Gemeenschappelijk landbouwbeleid. Allemaal onderwerpen die de waterschappen raken. ‘Zo’n 80 procent van de regels op het gebied van milieu waar we in Nederland mee te maken hebben, komt uit Brussel.’ Aan het woord is Dieter Staat. Hij is één van de twee lobbyisten die de Nederlandse waterschappen vertegenwoordigt in Brussel. Hij werkt inmiddels al bijna 10 jaar in Brussel, waarvan 4 jaar voor de Unie van Waterschappen en Vewin, die in Europa samen optrekken. Dat doet hij samen met Jos van den Akker. Staat: ‘Wij vertegenwoordigen de waterschappen en drinkwaterbedrijven bij de Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement. Daar proberen wij ons netwerk te onderhouden en uit te breiden.’

Brussels is on our side; nu zorgen dat het zo blijft’

Drankje

‘Lobbyisten hebben geen negen-tot-vijfbaan. Het is een onregelmatig leven,’ vertelt Staat. Soms reist hij heen en weer tussen Den Haag en Brussel, of gaat hij op werkbezoek bij de Nederlandse waterschappen om input op te halen. Maar vooral bezoekt hij allerlei commissievergaderingen, meetings en paneldiscussies. ‘De uitbraak van het coronavirus heeft ons werk wel veranderd. Normaal gesproken drink je na vergaderingen nog een drankje met je netwerk. Het sociale element van die naborrel is nog belangrijker dan de bijeenkomst zelf. Het geeft je de mogelijkheid om met elkaar in contact te komen.’ Bevestigt dat het stereotiepe beeld over lobbyisten? ‘Mensen hebben al gauw het beeld van lobbyisten als snelle jongens uit de farmaceutische industrie of andere grote bedrijven. Dat klopt niet helemaal. Voor mij is de definitie van lobby: het uitwisselen van informatie, in de hoop dat je impact hebt op de besluitvorming. En wij werken voor water, dat is een publiek goed. Wij zijn lobbyisten van een overheid. Daarom moet onze informatie altijd correct zijn. Je moet als lobbyist betrouwbaar zijn.’ In Brussel proberen Staat en Van den Akker allereerst de Europese Commissie te beïnvloeden. Staat: ‘Daar begint het. Zij besluiten of er nieuwe wetgeving komt of dat bestaande wetgeving moet worden aangepast.’ Daarnaast richten ze zich op het Europees Parlement, dat over de wetsvoorstellen moet oordelen.

Netwerk op orde

En dan is er nog een derde spoor waarop de waterschapslobby plaatsvindt. Daarvoor moeten we terug naar Nederland. Namens de Unie van Waterschappen houdt Ruud Schers zich bezig met de Brusselse lobby via “het Haagse spoor”. Schers: ‘De minister — als het om water gaat meestal die van Infrastructuur en Waterstaat — gaat naar de Raad van de Europese Unie en zegt wat zij van bepaalde wetsvoorstellen vindt. De instructie die de minister meeneemt naar Brussel wordt hier in Den Haag geschreven.’ De taak van Schers is te zorgen dat de waterschappen daaraan mee mogen schrijven. ‘Een belangrijk deel van de lobby is niet alleen maar koffiedrinken met de juiste mensen, maar dat je stukken leest, schrijft en weet in te brengen op de juiste plek.’ Dat beaamt Staat. Een deel van zijn tijd brengt hij door achter de computer, bijvoorbeeld om consultaties in te vullen en position papers te delen met “besluitmakers”. Staat: ‘Maar dat werk achter de computer kun je niet doen als je je netwerk niet op orde hebt. Daarom gaan we altijd naar de vergaderingen van de commissies van het Europees Parlement, onder andere over de onderwerpen landbouw en milieu. Ook gaan we naar zo veel mogelijk bijeenkomsten van de Europese koepelorganisaties, seminars en expertmeetings. Allerlei plekken waar de Europese Commissie input van experts komt ophalen. Zo ontdekken wij welke ambtenaar met welk dossier bezig is en weten zij ook wie jij bent.’ Ook leidt Staat Europarlementariërs rond langs Nederlandse waterschapsprojecten of neemt hij dijkgraven mee naar Brussel. Zo bracht in september Jan Huitema (VVD) een bezoek aan Amstel, Gooi en Vecht om met eigen ogen te zien hoe waterschappen bijdragen aan de circulaire economie.

Spiegel

Waarom is het belangrijk dat de waterschappen in Brussel van zich laten horen? ‘Lobbyisten zijn er ook in Den Haag, maar in Brussel zijn veel minder ambtenaren’, legt Staat uit. ‘De portefeuilles van de Europarlementariërs zijn gigantisch, en ze hebben maar een paar medewerkers die hen ondersteunen. Daarom kunnen ze input van mensen uit de praktijk vaak goed gebruiken. Er zijn natuurlijk heel veel lobbyisten in Brussel, maar wij zijn een uitvoerende overheidsorganisatie en worden daarom ook serieus genomen. We houden de Europese ambtenaren en politici een spiegel voor: als je deze wet tekent, pakt het zo uit in de praktijk. Dat maakt onze rol belangrijk.’

Green Deal

En die rol wordt steeds belangrijker. Zeker nu er vaker onderwerpen op de agenda staan die van belang zijn voor de waterschappen, zoals de Europese Green Deal. Staat: ‘Daarmee pusht de Europese Commissie echt richting verduurzaming.’ Schers vult aan: ‘Natuurlijk geldt het niet voor ieder individueel dossier, maar de ambities van de Europese Commissie op het gebied van klimaat, landbouw en waterkwaliteit sluiten heel goed aan bij de onze. Brussels is on our side; nu zorgen dat het zo blijft.’ En daar hebben ze de waterschappen en waterbedrijven bij nodig. Schers: ‘Onze lobby staat of valt met hoe goed de punten zijn die wij inbrengen. Een lobby draait om het juiste moment, de juiste plek en de juiste boodschap. Die eerste twee kunnen wij verzorgen, de boodschap moet vanuit de waterschappen zelf komen. Je kunt vinden wat je wilt van Europa, maar die regels komen er toch. Dus kun je maar beter betrokken zijn bij het opstellen of bijsturen ervan.’

image

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel