Tekst Jelle van der Meulen Beeld Hollandse Hoogte

Klimaat­adaptief bouwen is slim

‘Zorg als waterschap dat je zo vroeg mogelijk bij bouwplannen wordt betrokken’

Nederland heeft een tekort aan huizen, maar lukraak overal bouwen is er niet meer bij. Klimaatverandering stelt nieuwe eisen aan bouwlocaties, maar ook aan de gebouwen zelf. Polderdaken, huizen op terpen of een tuinmuur als waterkering... het zijn eenvoudige maar slimme oplossingen die ons minder kwetsbaar maken. Door vroegtijdig met elkaar aan tafel te gaan kunnen gemeenten, waterschappen en de bouwsector sneller tot betere en duurzame keuzes komen.

Er is een stormvloed aan berichtgeving over woningnood en de bouwagenda, maar klimaatadaptief bouwen krijgt vooralsnog minder aandacht, zegt Marcel de Ruijter, beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen. ‘De nadruk ligt vooral op de kwantitatieve opgave, maar het is juist belangrijk dat we kwantiteit koppelen aan klimaatadaptatie en energiezuinige bouw. Goede communicatie kan helpen die verbinding tot stand te laten komen. Het is bijvoorbeeld nog te weinig bekend dat de watertoets in de Omgevingswet beter verankerd is dan in de huidige wetgeving. Die verankering geeft meer houvast om het waterbelang te borgen.’ Het proces van klimaatadaptatie gaat bovendien nog niet snel genoeg, vindt De Ruijter. ‘Ten eerste moeten we de watertoets breder toepassen, meer kijken naar de verschillende elementen van klimaatverandering, en niet alleen naar wateroverlast. Daarnaast worden de waterschappen nog te weinig betrokken bij exploitatieplannen. Ook ten aanzien van locaties moeten betere keuzes worden gemaakt. Waterschappen worden wel betrokken bij omgevingsvisies, maar nog altijd minder dan bij de wettelijk verankerde bestemmingsplannen.’ De Ruijter pleit voor het smeden van lokale coalities tussen alle betrokken partijen. ‘Het is erg belangrijk om samen op te trekken met de bouwsector. Vroegtijdig overleg tussen gemeente, waterschappen en bouwsector brengt duidelijkheid en zorgt ervoor dat de uiteindelijke meerkosten reuze meevallen.’

Niet duurder Gerrit Pieter Roetert Steenbruggen onderschrijft de woorden van Marcel de Ruijter. Hij is klimaatadviseur bij de gemeente Zwolle en voormalig adviseur klimaatadaptatie bij waterschap Drents Overijsselse Delta. ‘Zorg als waterschap dat je zo vroeg mogelijk betrokken wordt bij bouwplannen,’ zegt hij. ‘Nog voor een bestemmingsplan op tafel ligt, moet je met de initiatiefnemer in gesprek zijn. En die moet niet alleen naar een gebouw kijken, maar ook naar de omgeving. Ook al zit je boven op een berg, ook daar kan een zware hoosbui tot wateroverlast leiden. Het goed kijken naar de natuurlijke omgeving en alles incorporeren vergt nog wel een omslag, ook omdat men hogere kosten vreest. Maar duurder is het niet, het is enkel slimmer.’ Waterschappen hebben daarbij de taak om informatie te verstrekken en samen met de gemeente te adviseren over klimaatadaptief bouwen. ‘Wij eisen niets, maar waarschuwen wel,’ zegt Roetert Steenbruggen. ‘Mensen moeten zich bewust worden van de risico’s van hitte en droogte, maar ook van wateroverlast en overstromingen. Bij een overstroming uit het regionale watersysteem hoef je niet direct te denken aan slachtoffers, maar in stedelijke gebieden is het wel mogelijk dat flinke schades ontstaan. Een halve meter water in je bedrijfsgebouw zou desastreus zijn.’

Toenemende wateroverlast noopt tot innovatieve oplossingen, zoals drijvende woonwijken

Tuinmuurtje Een eenvoudige maatregel om dat soort schade te voorkomen is om essentiële voorzieningen een verdieping hoger te plaatsen. Als er dan toch water komt te staan, kan het weggepompt worden, zonder al te veel gevolgen. Nieuwe huizen in de regio worden veelal op terpen gebouwd, waardoor ze hoger staan dan gebruikelijk. Zo kunnen inwoners veilig wonen. ‘We anticiperen op toekomstige waterstanden,’ legt Roetert Steenbruggen uit. ‘Neem De Weezenlanden in Zwolle, waar eerst een ziekenhuis stond. Daar heeft de gemeente Zwolle nieuwe woningen gebouwd die een tuinmuurtje voor het huis hebben, dat functioneert als een waterkering. Die huizen zelf zijn daarmee in principe de waterkeringen, waardoor de dijk die ervoor ligt niet meer opgehoogd hoeft te worden. Samen met gebiedsontwikkelaars maken we onze regio zo minder kwetsbaar voor ander weer.’

Grote bouwopgave De afgelopen jaren is het gevoel van urgentie voor het nemen van klimaatadaptieve maatregelen groeiende, constateert Carl Paauwe, programmamanager klimaatadaptatie bij het hoogheemraadschap van Delfland. En dat is maar goed ook, want de klimaatopgave zorgt voor een steeds grotere druk op de ruimte. ‘Wij zitten in een dichtbevolkt gebied met een grote bouwopgave,’ legt Paauwe uit. ‘Door klimaatadaptief te bouwen verminderen we onze kwetsbaarheid voor klimaatverandering. Daarbij moeten we op zoek naar nieuwe, ruimtebesparende of multifunctionele oplossingen.’ Extreme neerslag is een van de uitdagingen waarbij waterbeheer en bouw elkaar vinden. Op polderdaken kan hemelwater tijdelijk worden opgevangen en gedoseerd worden afgevoerd. ‘Als je dat op grote schaal kunt toepassen, bijvoorbeeld bij corporatief vastgoed, creëer je een flinke wateropvangcapaciteit en draag je bij aan het voorkomen van schade en overlast,’ zegt Paauwe. Het hoogheemraadschap van Delfland subsidieert de aanleg van deze polderdaken.

Rainlevelr Om wateroverlast in de Rotterdamse buurt Spangen te beperken heeft Delfland samen met de gemeente en voetbalclub Sparta Rotterdam een ondergrondse waterbuffer aangelegd. Hierin wordt het hemelwater opgevangen dat op het stadion en het omliggende parkeerterrein valt. Dit water wordt vervolgens gebruikt voor het beregenen van het kunstgrasveld van Sparta. Met deze oplossing wordt de overlast bestreden en ongeveer 15.000 m³ aan drinkwater bespaard. ‘Het watersysteem loopt simpelweg tegen z’n grenzen op,’ zegt Paauwe. ‘We moeten daarom op zoek naar alternatieve oplossingen en hebben daarbij iedereen nodig.’ Een ander voorbeeld daarvan is Rainlevelr, waarbij het hoogheemraadschap tuinders voorafgaand aan een zware bui vraagt ruimte vrij te maken in hun gietwaterbassin. Paauwe: ‘De tuinder wil zijn gietwaterbassin tot een zekere vulgraad vol hebben. Maar als hij weet dat er een bui aankomt, kan hij ruimte maken in het bassin. Hiermee neemt het risico op wateroverlast en schade af. Samen komen tot innovatieve en slimme oplossingen, daar gaat klimaatadaptatie in essentie om.’

‘Het gevoel van urgentie voor het nemen van klimaatadaptieve maatregelen groeit’
image

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel