Tekst Bas Nieuwenhuijsen Beeld MetroPolder company

Klimaatadaptatie in de polder

Waterberging op hoog niveau

Groenblauwe daken leveren een bijdrage aan de wateropgave, zoveel is duidelijk. Maar hoe zet je ze als waterbeheerder optimaal in? In Meten op hoogte zetten Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en RIONED (koepelorganisatie voor stedelijk waterbeheer) een aantal onderzoeken naar groenblauwe daken op een rij.

Het idee is in grote lijnen simpel: voorzie je (platte) dak van beplanting, want dat houdt regenwater vast. Daardoor verminder je de piekbelasting van riolen en waterzuiveringsinstallaties en ga je in de zomer hittestress tegen. Bovendien stimuleer je de biodiversiteit. De uitwerking is wat ingewikkelder, want er zijn uiteenlopende soorten daken en begroeiingen mogelijk. ‘Je ziet veel sedum (vetkruid, type plant, red.) en daar is niks mis mee, maar het is minder effectief dan andere soorten begroeiing,’ zegt Bert Palsma, programmamanager bij STOWA. ‘Er zijn talloze mogelijkheden, ook op hellende daken, en het ontwikkelt zich steeds verder.’

Optelsom Niemand weet precies hoeveel begroeide daken er zijn in Nederland of wat voor oppervlakte die beslaan. Het is dus onbekend hoe groot het aandeel van zulke daken is in het licht van de wateropgave. Daar komt bij: termen als groene, groenblauwe, begroeide, gele (zonnecollectoren, red.) en polderdaken lopen enigszins door elkaar heen. En wat de wateropgave is, verschilt per gebied. Toch zijn groenblauwe daken effectief en zinvol, aldus Palsma. ‘Het is een optelsom, waarvan de daken deel uitmaken, net als regentonnen, wadi’s en riolering. Een waterbeheerder zal een groenblauw dak ook in de context van zijn gebied moeten bekijken.’

Het polderdak in Delft

Op hoogte Om waterbeheerders wegwijs te maken in de mogelijkheden die er met groenblauwe daken zijn, hebben STOWA en RIONED Meten op hoogte gepubliceerd. In dit rapport beschrijven ze onderzoek naar twaalf groenblauwe daken op het gebied van waterberging, waterafvoervertraging, verdamping, waterzuivering, koeling en biodiversiteit. Ook komen aan bod: het gebruik en onderhoud van meetapparatuur, het laten overleven van sedumdaken in droge perioden, de onzekerheden van neerslagvoorspellingen en de isolerende werking van groenblauwe daken. Tjerron Boxem werkt voor zo’n waterbeheerder, het hoogheemraadschap van Delfland, als communitymanager Klimaatkrachtig Delfland. ‘Ons gebied is sterk verstedelijkt en dat wordt nog erger, er is geen ruimte meer voor grootschalige waterberging. We moeten het in de “haarvaten” zoeken, zoals op daken, en elke vierkante meter goed benutten.’ Een van die haarvaten is het platte dak van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft. Dit “polderdak” is bedoeld om regenwater op te vangen, vast te houden en vertraagd af te voeren. Een ander voorbeeld is het dak van het Museon in Den Haag, waar begroeiing helpt om 60.000 liter regenwater vast te houden en het gebouw te isoleren. ‘Als ik door de stad loop zie ik veel potentieel om de huidige platte (en eventueel schuine) daken met bitumen en grind te vervangen door groene daken,’ aldus Boxem. ‘Je moet een stad in 3D zien: van dak en gevel tot in de ondergrond zijn er mogelijkheden. Bewustwording is er wel, maar nu moeten we het gaan doen. Wij hebben al sinds 2016 een stimuleringsregeling waarmee steeds meer projecten worden gerealiseerd.’

Leefbaarder Hij sluit af: ‘Alle daken bij elkaar vormen het grootste braakliggende terrein van de stad. En in de steeds voller bebouwde steden wordt deze omgeving belangrijker om waterberging, energietransitie en biodiversiteit een plek te geven maar daarbij vooral ook de steden leefbaarder en aantrekkelijker te maken!’

Gerelateerde artikelen

Deel dit artikel