Tekst Jelle van der Meulen Beeld Dimitry de Bruin

Stoerdere stappen voor schoon water

Tekst Jelle van der Meulen Beeld Dimitry de Bruin

Waterkracht

Stoerdere stappen voor schoon water

De Nederlandse waterkwaliteit staat onder druk. De ambitie om deze in 2027 op orde te hebben, is nog lang niet gerealiseerd. Tegelijkertijd wordt schoon water schaars, waardoor strijd ontstaat om wie het mag gebruiken. De oplossing? ‘Breng beleid en uitvoering bij elkaar en durf actie te ondernemen.’

Eind 2017 berichtte NRC over de omvangrijke mestfraude van veehouders en mestbedrijven in Noord-Brabant en Limburg. Twee derde van de transporteurs en verwerkers van mest bleek verdacht, beboet of veroordeeld wegens mestfraude. Jos Verstraten, melkveehouder in Brabant, nam verbolgen kennis van de berichtgeving. ‘Het stoorde mij dat mijn hele beroepsgroep werd weggezet als frauduleus,’ zegt Verstraten. ‘Maar het zette mij ook aan het denken. Hoe is het daadwerkelijk gesteld met de waterkwaliteit in mijn omgeving?’ 

Waterwedloop De Nederlandse waterkwaliteit voldoet niet aan de Kaderrichtlijn Water, een Europese norm waarmee de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater wordt gemeten. Verstraten besloot met vijf andere boeren en waterschap Aa en Maas de waterkwaliteit in hun grondgebied grondig te onderzoeken. ‘Om aan dat onderzoek conclusies te verbinden, is het nog te vroeg,’ zegt Verstraten. ‘Maar met al die droge zomers achter de rug zien we in ieder geval een verband tussen klimaatverandering en waterkwaliteit.’ ‘Door de droogte hebben we al 3 jaar op rij een watertekort,’ legt hij uit. ‘Dat compenseren we door grondwater op te pompen en daarmee ons land of onze gewassen te beregenen. Maar het grondwater kan hier zeer ijzerrijk zijn. Veelvuldig besproeien van ons gras met dat water maakt dat mijn koeien het niet meer lekker vinden.’ Akkerbouwers in de buurt zien door besproeien met het ijzerrijke water bladverbranding optreden. ‘Het klimaat is aan het veranderen,’ ziet Verstraten. ‘In een normale zomer is het oppompen van grondwater niet zo’n probleem. Maar in de afgelopen 3 jaar hebben we meer opgepompt dan in de 20 jaar daarvoor. En we willen in Nederland heel veel met water. De vraag wordt nu: van wie is het water, en wie mag het gebruiken?’

‘Waterkwaliteit is geen links of rechts onderwerp’

Sluipende crisis Twee watercrises worden hier zichtbaar, aldus Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen en waterschap Amstel, Gooi en Vecht. ‘De eerste betreft de beschikbaarheid van water. Extremen worden groter, met langere perioden van droogte en wateroverlast. Nu voeren we het teveel aan water af, maar daardoor wordt het probleem juist groter in tijden van schaarste. Hoe krijgen we dat omgeschakeld, zodat we zo lang mogelijk water kunnen vasthouden? Dan moeten we het maar voor lief nemen dat we soms natte voeten hebben.’ De ontoereikende waterkwaliteit is minder zichtbaar, maar net zo problematisch, somt Mager het tweede probleem op. ‘We hebben in Nederland altijd het vertrouwen dat de waterschappen het water wel weer schoon maken. Men maakt zich niet zo’n zorgen om de waterkwaliteit, maar het is echt een sluipende crisis. Het huidige systeem is niet houdbaar. Klimaatverandering versterkt de huidige problemen: er ontstaat verzilting, de concentraties giftige stoffen in grond- en oppervlaktewater worden hoger en een tekort aan water leidt tot vermindering van biodiversiteit.’

Uitvoeren en handhaven Lange tijd werd waterkwaliteit gezien als een vraagstuk voor de waterschappen alleen, maar Mager vindt dat niet langer realistisch. Met zoveel betrokken partijen is het zaak het probleem samen en integraal te adresseren, zegt hij. ‘Bijvoorbeeld door landbouwbeleid af te stemmen op waterkwaliteitsdoelen. De discussie beperkt zich nu nog te vaak tot het economisch belang van de agrarische sector, maar ook de boeren kunnen niet zonder goede waterkwaliteit. Ik weet dat we al veel vragen van de agrarische sector, maar we moeten echt stoerdere stappen gaan zetten. Misschien moet dat ook minder op vrijwillige en meer op verplichte basis. De afspraken zijn gemaakt, nu nog de uitvoering en de handhaving.’ Mogelijke maatregelen zijn investeringen in het voorkomen van bronvervuiling, het instellen van bufferzones tussen agrarische grond en watergangen en andere maatregelen die voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in het water terechtkomen. Mager: ‘Tot nu toe gaat het gewoon niet snel genoeg. We zijn te voorzichtig geweest, maar hebben ook te verkokerd gehandeld. We moeten alle uitdagingen in het ruimtelijke domein bij elkaar brengen. Er is meer regie nodig.’ 

Samen Het doet Mager deugd om te zien dat water inmiddels erkend wordt als drager van maatschappelijke transitievraagstukken. ‘Maar toch is er nog meer aandacht nodig. Waterkwaliteit is geen links of rechts onderwerp. Het gaat iedereen aan en we moeten het dus ook samen oplossen.’ Jos Verstraten erkent het gemeenschappelijk doel van voldoende water van goede kwaliteit, maar ziet dit hier en daar wringen met de praktijk van boeren. ‘De waterschappen zijn ooit opgericht door landgebruikers, boeren zoals wij. Tegenwoordig is waterbeheer steeds meer een maatschappelijke en politieke discussie, dat maakt het voor ons wel lastiger. Maar de problemen zijn duidelijk. Wij kunnen innoveren, ploegen en bemesten wat we willen. Maar als er niet voldoende neerslag of bodemwater is, houdt alles op.’

Schuldigen Verstraten ziet dat de politiek weliswaar ‘stippen op de horizon zet’, maar te weinig kijkt naar veranderingen die al gaande zijn. ‘Het kabinet is bezig met reductie van uitstoot, maar vergeet soms dat klimaatverandering al aan de gang is. Wij ondervinden het aan den lijve.’ ‘De politiek is te veel bezig met het aanwijzen van schuldigen,’ zegt hij. ‘Zoals de landbouw en het vliegverkeer. Maar wij boeren en de waterschappen voelen klimaatverandering aan de basis. In weinig landen is zoveel water als hier, en toch maken we ons grote zorgen.’

Door klimaatverandering worden de concentraties giftige stoffen in grond- en oppervlakte­water hoger

Deel dit artikel